Spruyt: Bonhoeffer lezen én eigen traditie bewaren
KAMPEN. Serieuze christenen, ook predikanten, namen zo’n tachtig jaar geleden soms de „totaal foute beslissing” om te sympathiseren met het demonisch geïnspireerde nationaalsocialisme. Daarover was een drietal historici het woensdag in Kampen eens. Maar lessen trekken voor het heden blijkt lastig.
„Ontzettend depressief” wordt dr. B. J. Spruyt ervan als hij de boeken leest die H. Tijssen en E. G. Bosma de achterliggende jaren schreven over Bijbelgetrouwe predikanten die in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw soms aarzelend, soms zeer overtuigd voor het nationaalsocialisme kozen. „Het is zó triest dat mensen zoals ds. Lingbeek, levend bij het licht van de Bijbel en vanuit de verborgen omgang met God, de tekenen van de tijd toch niet goed hebben verstaan en zulke foute keuzes maakten. Dat werpt je steeds terug op de vraag: Welke gevaren zien wij dan, vandaag de dag, over het hoofd? Welke keuzes gaan ónze nakomelingen ons later kwalijk nemen?”
De keuzes van een deel van ons voorgeslacht worden alleen maar aangrijpender als we zien dat destijds „theologen die voor ons niet zwaar genoeg waren” het gevaar van het nationaalsocialisme wél zagen en zich daar met bewonderenswaardige moed tegen keerden, aldus Spruyt. „Ik denk aan Bonhoeffer, maar ook ds. Jan Koopmans en de Lunterse Kring. Jammer is het daarom als je uit recente artikelen in De Saambinder lijkt te moeten concluderen dat je Bonhoeffer maar beter niet kunt lezen, omdat hij niet separerend preekte. Dat laatste is wel waar: hij separeerde niet op onze manier. Maar het zou pas kwalijk zijn als we hem helemaal in de plaats zouden gaan zetten van onze eigen, waardevolle traditie. Zolang we dat niet doen, kunnen we op veel punten veel van hem leren.”
Spruyt ziet als belangrijke verklaringsfactor voor de foute keuze van een groep bevindelijk gereformeerden „de mythe van het drievoudig snoer: God, Nederland en Oranje.” Door een hele natie te zien als staande in een bijzondere verbondsrelatie met God, gingen sommigen de Duitse overheersing zien als de verbondswraak van God, waaraan we ons moesten onderwerpen, zoals Jeremia het volk Israël voorhield zich aan de Babyloniërs te onderwerpen.
Historicus en publicist Spruyt voerde woensdag het woord op een bijeenkomst waarin twee boeken van Henk Tijssen, docent aan het Hoornbeeck College in Kampen, werden gepresenteerd en besproken: één over NSB-predikant ds. Ekering en één over de leider van de Hervormd Gereformeerde Staatspartij (HGS), ds. Lingbeek. Bij die gelegenheid spraken ook dr. R. Bisschop, SGP-Kamerlid, en dr. E. G. Bosma, docent aan het Van Lodestein College in Amersfoort en vorig jaar gepromoveerd op bevindelijk gereformeerden en het nationaalsocialisme.
Bosma reflecteerde op de levensgang van ds. Ekering, een typische ”bittere einder”: iemand die tot het laatst toe vasthield aan zijn keuze voor het nazisme. „Heel opmerkelijk dat hij ook aan het einde van de oorlog nog niet inzag of niet wilde inzien hoe ontzettend verkeerd het nationaalsocialisme uitpakte en dus ook in essentie was.” Bisschop ging in op overeenkomsten en verschillen tussen de toenmalige HGS en SGP.
Over wat wij 21e-eeuwers nu precies van dit verleden kunnen leren, uitten de drie historici zich woensdag aarzelend. Bisschop: „Het is meestal niet zo dat je bij concrete keuzes zegt: die maak ik vanwege die of die historische les. Het is meer zo dat de lessen van het verleden in je haarvaten gaan zitten.” Spruyt: „Je probeert je zo goed mogelijk te informeren over alles wat er in jouw tijd speelt en hoopt dan de kracht te krijgen om daarin op een overtuigende en verantwoorde wijze positie te kiezen.” Bosma: „Je kunt vanuit de geschiedenis altijd analogieën maken. Zo kun je een vergelijking trekken tussen de PVV en de NSB. Dat kan leerzaam zijn, mits je maar beseft dat er naast overeenkomsten ook zeer veel verschillen zijn.”