Racisten kunnen hun gang gaan in hedendaags Japan
APELDOORN. Nederland heeft Geert Wilders als fel bestrijder van „buitenlanders.” Europa kent tal van Pegida-afdelingen die iets soortgelijks doen. Maar in Japan kunnen ze er ook wat. Bovendien: wetgeving om racisten aan te pakken ontbreekt.
De Japanse onderzoeker Shibuichi Daiki wijdt aan dit Japanse probleem vandaag aandacht op de site van East Asia Forum. ”Zaitokukai” heet afgekort de burgerbeweging die zich luidruchtig tegen buitenlanders en niet-Japanse staatsburgers keert. Vooral Koreanen moeten het ontgelden. Officieel heet de organisatie ”Beweging tegen de privileges voor Koreanen”. Maar er zijn tal van bewegingen in het huidige Japan die met soortgelijke intimiderende demonstraties en haatdragende taal optreden tegen minderheden in Japan.
De etnische groepen zijn er niet gerust op, vooral niet omdat Japan geen wetgeving kent om racistische taal of haatdragende teksten aan te pakken. Racisme en discriminatie zijn er in feite wettelijk toegestaan.
Daiki’s verklaring voor de toename van racisme is dat Japan altijd minderheden heeft gekend, maar na de Tweede Wereldoorlog werd dat ontkend door het ideaal van het ”homogene Japan”, dat net deed alsof iedereen gelijk was. Gewenning aan multiculturele variatie kreeg daardoor geen kans. Daarvan moest het wel komen toen als gevolg van globalisering er weer meer oog kwam voor anders-zijn en voor etnische verscheidenheid, ook binnen Japans grenzen.
Voor een groep rechtse Japanners was dat te veel gevraagd en: zij blijven geloven in etnische homogeniteit van Japan.
Het via wetgeving strafbaar maken van haatzaaiende praat ligt in Japan gevoelig: het riekt immers naar inperking van de vrijheid van meningsuiting, en dat herinnert dan weer te veel aan de keizerlijk-militaire repressie van de jaren 30 en 40.
Terwijl wetgeving tegen haatzaaiers een moeizaam proces blijft, zijn er tal van burgerinitiatieven tegen racisme ontstaan en zijn er groepen die ook de straat opgaan zodra haatzaaiers zich laten horen.
Toen in 2009 racisten Koreaanse schoolkinderen in Kyoto belaagden, spande de school een rechtszaak aan tegen Zaitokukai, die achter de actie zat. En met succes: in 2013 veroordeelde een rechter de organisatie tot het betalen van 12 miljoen yen (112.000 dollar). Maar kwetsbaar blijven ze, de Koreanen, vanwege dat gebrek aan wetgeving.