JSF-programma: 38 miljard euro duurder
De ontwikkeling en de productie van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig Joint Strike Fighter, waarbij de Nederlandse defensie-industrie is betrokken, valt 22 procent duurder uit dan aanvankelijk was berekend.
Dat heeft The New York Times dinsdag gemeld op gezag van bronnen binnen het Pentagon. Door onder meer hogere arbeidskosten en vertraging in het JSF-ontwikkelingsprogramma stijgen de kosten van het project met bijna 38 miljard euro (22,6 procent) tot 206 miljard euro.
Het kabinet besloot in juni 2002 mee te doen met de verdere ontwikkeling van de Joint Strike Fighter en stak er 800 miljoen euro in. De ontwikkelingsfase van de JSF eindigt in 2010 en vanaf 2006 worden de eerste opdrachten voor de productie gegeven.
Minister Kamp van Defensie is „verrast” door de extra kosten, maar denkt niet dat Nederland extra geld in het project moet stoppen. Het bedrag dat Nederland heeft gereserveerd voor deelname ligt vast in een overeenkomst met de Amerikanen en kan in principe niet worden overschreden.
De kostenoverschrijdingen lijken vooral te worden veroorzaakt door de speciale versie van de JSF die bijna verticaal kan landen en stijgen. Lockheed heeft problemen het gewicht van het toestel onder controle te krijgen. Nederland is vooral geïnteresseerd in de ’conventionele’ jager die van een normale landingsbaan gebruikmaakt.
Maar de kostenstijgingen voor het zogeheten STVOL-versie drukken ook op de programmakosten van de meer conventionele jager, erkende Defensie. En dat zal weer gevolgen hebben voor de uiteindelijke stuksprijs van de ’Nederlandse’ versie. Het kabinet wil nog deze regeerperiode een besluit nemen over de aanschaf van de JSF ter vervanging van de F16’s. Hoe de stuksprijs uiteindeljk gaat uitvallen en wat de invloed is van de duurdere euro ten opzichte van de dollar is nog niet bekend.
Als Nederland dit jaar uit het project stapt en in 2010 toch JSF-toestellen koopt, is de schade 103 miljoen euro, zo bleek in 2002 uit een berekening die door de Tweede Kamer was uitgevoerd. De PvdA had hierom gevraagd.
Reden om met de ontwikkelingsfase mee te doen, was de toezegging dat er veel orders vanuit Amerika voor het Nederlandse bedrijfsleven weggelegd zouden zijn. Deze stroom van orders bleek tegen te vallen.
Naast de Joint Strike Fighter had Nederland de keuze uit de Franse Rafale en de Brits-Duits-Spaans-Italiaanse Eurofighter. Omdat de Rafale al ver is qua ontwikkeling, zal dit toestel waarschijnlijk flink goedkoper zijn dan de nog te ontwikkelen JSF.
Voor GroenLinks en SP is het nieuws over de stijgende kosten van de ontwikkeling van de JSF een extra reden om de regering te vragen uit het project te stappen. Beide fracties vrezen dat er nog meer kostenstijgingen zullen volgen en zijn bang dat het project uiteindelijk op een financiële ramp zal uitdraaien.
Ook de PvdA ziet liever dat de regering nog vandaag de stekker uit het project trekt en het gereserveerde geld aanwendt om de gevolgen van de bezuinigingen te verzachten. Bovendien heeft de partij er een hard hoofd in dat de Nederlandse defensie-industrie wel voldoende orders kan binnenslepen.