Binnenland

„Rijvaardigheidstest hoogbejaarden is een wassen neus”

GOUDA. Moet de rijvaardigheid van hoogbejaarden met een rijbewijs vaker worden getest? De discussie daarover is opgelaaid nadat een 87-jarige spookrijder vorige week een dodelijk ongeluk veroorzaakte. „Die keuring voor ouderen is een wassen neus.”

5 May 2016 20:16Gewijzigd op 16 November 2020 03:21
Leendert Deij (83). beeld Cees van der Wal
Leendert Deij (83). beeld Cees van der Wal

„In algemene zin rijden ouderen niet slechter”, zei minister Schultz van Haegen (Infrastructuur) vrijdag na de wekelijkse minister­raad toen ze werd bestookt met vragen over het ongeluk met de hoogbejaarde spookrijder. Niet elke expert is dat met haar eens. Volgens verkeerspsycholoog Karel Brookhuis zijn het wel degelijk de ouderen die per gereden kilometer het grootste aantal ongelukken veroorzaken. Zijn advies aan de minister is dan ook helder: scherp de rijvaardigheidstest voor ouderen aan.

Wie op zijn 75e of daarna verlenging van zijn rijbewijs aanvraagt bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), moet eerst een lijst met vragen over zijn gezondheid invullen en die samen met een geneeskundig verslag van een huisarts opsturen. Afhankelijk van de aangeleverde medische gegevens neemt het CBR dan een besluit. Soms kiest het instituut ervoor een tussenstap in te bouwen. De aanvrager moet zich dan eerst nog door een medisch specialist laten onderzoeken, of een rij­vaardigheidstest doen.

Leendert Deij (83) onderging zo’n test in december 2014. Hij kwam als twijfelgeval uit de bus. „De examinator zei: U moet eerst zeven rijlessen nemen, en dan mag u het nog een keer proberen. Alsof het allemaal niks kost. Hij dacht natuurlijk: Aan die ouwe baas valt nog wat te verdienen. Nou, daar ben ik mooi niet in ­getuind.”

Brokken maakte hij tijdens de testrit zeker niet, verzekert Deij, woonachtig in Huize Winterdijk in Gouda, dat uitgaat van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. „Ik hield te veel links aan, vond de examinator. En ik keek volgens hem te veel voor mij uit. Maar welke kant moet je dan uitkijken onder het rijden? Ik denk dat ze ons als oudjes van de weg willen hebben, zeker in een grote stad. Als ik in Zeeuws-Vlaanderen een rit had moeten maken, was het veel makkelijker geweest.”

De voormalige agrariër draait er niet omheen: Als hij zo nu en dan zelf nog even de auto zou kunnen pakken, zou hij het zeker doen. „Grote ritten zou ik niet meer maken, maar om gauw nog ergens een boodschapje te halen, kan een auto best handig zijn.” Dankzij zijn in Gouda woon­achtige dochter redt hij zich prima zonder auto. „Zij brengt en haalt me naar de kerk, en de boodschappen bezorgt ze hier thuis.”

De leeftijd voor een verplichte keuring optrekken van 75 naar 80 jaar; zou dat eerlijker zijn? Deij: „Als zo’n examinator de boel niet goed kan inschatten, houdt het op. Waar je de grens ook legt. Daarom vind ik zo’n keuring een wassen neus. Er zijn er genoeg die nog geen 75 zijn, maar echt geen rijbewijs waard zijn, zo onvoorzichtig als ze zijn.”

Altijd gechauffeerd worden door je dochter heeft trouwens zeker zijn voordelen, glundert Deij met pretoogjes. „Laatst nam ze me nog mee op vakantie naar Zeeuws-Vlaanderen waar ik jarenlang heb geboerd. Dan stap je in en zonder dat je ook maar ergens op hoeft te letten, kom je waar je wezen moet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer