Volgens P. de Bruyn, deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk, kunnen de sporen niet zijn ontstaan tijdens het afsteken van regulier vuurwerk. Of De. V. de sporen heeft opgelopen bij de vuurwerkramp op 13 mei 2000 in Enschede, kon De Bruyn echter niet met zekerheid stellen.

De Bruyn moest woensdag voor de rechtbank in Almelo getuigen in de zaak-De V. Deze wordt verdacht van brandstichting op het terrein van vuurwerkbedrijf SE Fireworks in Enschede, maar ontkent elke betrokkenheid. De 34-jarige verdachte zit al ruim een jaar vast.

De V. gaf eerder tegenover medegedetineerden en een politie-informant toe dat hij de brand heeft aangestoken. „Ik heb het gedaan, maar kan dat nooit meer bekennen”, zou hij hebben gezegd. Het proces wordt voortgezet op 3, 4 en 5 april.