Dick Timmerman blaast nieuw leven in oud ambacht
Zijn perkament wordt gebruikt in restauratieateliers van universiteitsbibliotheken tot in kerkorgels in Noorwegen en Duitsland. Ondertussen is hij feitelijk de enige perkamentmaker in Nederland. Dick Timmerman (73) uit het Overijsselse Wierden probeert het ambacht nieuw leven in te blazen.
Timmerman, oud-docent kunstzinnige vormgeving van de Christelijke Scholengemeenschap Het Noordik in Almelo, begon in 1993 met zijn pogingen om perkament te maken. „Mijn vrouw Els en ik kwamen tijdens een vakantie in de bibliotheek van het kasteel in het Hongaarse Keszthely. De restaurator daar mopperde over de kwaliteit van het perkament. Het was te bros en krakerig en brak te snel af. Dat was het begin van de ellende”, glimlacht hij.
Geboeid door het probleem ging Timmerman thuis zelf aan de slag. „Tien jaar lang heb ik de door mij geproduceerde vellen weggegooid. In 2002, 2003 begon het te lopen. De afnemers konden het eindelijk gebruiken.” Perkament wordt gemaakt van dierenhuid en is onder meer bestemd om op te schrijven.
De afnemers bepalen het eindproduct: „Een kalligraaf vraagt glad perkament, terwijl een boekbinder de vleeskant veel ruwer wil. De lijm doet dan beter zijn werk. Orgelmaker en -restaurateur Reil uit Heerde wil precies 0,15 millimeter dikte.”
Timmerman haalt een boek te voorschijn waaruit de veelvuldige toepassingen van perkament blijken. Orgelmakers gebruiken perkament voor de plaatjes op de registerknoppen en de omwikkeling van de abstracten, de latjes die van het klavier naar de windlade lopen. Zo gebruikte Reil Wierdens perkament voor de orgels van de Grote Kerk in Dordrecht, het Duitse Ansbach en het Noorse Stavanger. De Nederlandse Hoge Raad van Adel gebruikt Timmermans perkament voor adelsbrieven, waarin burgers in de adelstand worden verheven.
Verschillende kwaliteit
Is hij de enige perkamentmaker in Nederland? „In Rotterdam zit iemand die wel perkament kan maken, maar het niet meer doet. Hij importeert het vanuit Zuid-Amerika.”
Niet alleen in Nederland, ook wereldwijd is perkament maken een zeldzaam ambacht. „Mondiaal zijn ze op de vingers van twee handen te tellen: in Engeland, Frankrijk, Israël en Zuid-Amerika. In Duitsland en Zweden zijn de perkamentmakers vanwege hun leeftijd gestopt.”
Om het ambacht voor de toekomst te behouden, ontplooit de Wierdenaar verschillende activiteiten. In 2014 schreef hij een boekje over de productie van perkament. „Daarover was tot nu toe weinig vastgelegd.”
De opleidingen tot boekbinder en -restaurateur besteden wel aandacht aan dit vakgebied. „Daar is het een exameneis dat de kandidaat perkament moeten kunnen maken.”
Timmerman geeft ook op andere manieren zijn kennis door. Regelmatig komen enkele tientallen mensen naar zijn demonstraties in Wierden, onder wie studenten van het Grafisch Lyceum in Utrecht (mbo). „Het is niet ongebruikelijk dat deelnemers ook perkament proberen te maken. Soms zie ik de perkament die op jaarmarkten wordt aangeboden. De kwaliteit ervan is veelal van een, laat ik zeggen, hoog braderiegehalte. Geen wonder, ik heb zelf tien jaar mijn vellen moeten weggooien.”
Radertje
Om de kennis voor het nageslacht te bewaren hoefde Timmerman niet ver van huis. Dochter Ellen Wentink-Timmerman (45) toonde interesse en leerde het vak ook. Haar vader: „Het zou jammer zijn als deze traditie niet zou worden voortgezet. Nu is dat wel gewaarborgd. Het is prachtig om je een klein radertje te voelen bij de grootste culturele rijkdom die we bezitten: manuscripten.”
De jeu van de passie zit voor Timmerman inmiddels niet meer zozeer in het maken van het perkament, maar in de bezorging van zijn product bij de gebruiker. „Zo ga ik met mijn rol onder de arm regelmatig naar archieven van musea, de Koninklijke Bibliotheek of particuliere restauratieateliers. Maar ook naar de Ierse hoofdstad Dublin, naar Cambridge, Oxford of Parijs.” Gaat zijn vrouw, Els Timmerman, dan mee? „Voor mij is het nieuwtje er wel af. Ik blijf lekker thuis.” Tijdens vakanties bezoekt Timmerman graag spontaan archieven en restauratieateliers van boeken. „Mensen zijn heel verrast als er belangstelling voor hun werk is.”
Erkenning
Vorige maand kreeg Dick Timmerman erkenning voor zijn ambacht. Perkament maken kwam op de Nationale Inventaris van Immaterieel Cultureel Erfgoed te staan. „Daardoor komt het in een breder cultureel kader te staan.”
Bij de uitreiking kreeg hij diverse geschenken van de toen aanwezige vakmensen. Timmerman staat op en haalt er een paar te voorschijn. „Schitterende uitvoeringen van perkamenten boekjes, gekalligrafeerde voorstellingen. Van mijn eigen perkament. Mooier kan het toch niet?”
Smerig werk
Perkament maken is smerig werk, zegt Timmerman. Hij gaat voor naar het schuurtje van 2 bij 5 meter achter de garage. „Je hebt er niet veel voor nodig, hoor.” Een overweldigende dierenlucht hangt in het hok.
„Ik ga zelf naar de slachterijen om drie huiden van geiten of kalfjes uit te kiezen. Die moeten zo gaaf en wit mogelijk zijn; het pigment in de huid is een probleem. Na thuiskomst leg ik ze op de zogeheten vleesboom, een stellage met een ronding erop. Dan schraap ik het resterende vet en bloed met een ontvleesmes eraf en spuit de huid schoon. Dan stop ik ze acht dagen lang in een kalkbad. Dat is nodig om te ontharen en de kalk in de poriën te laten dringen, zodat de zweet- en talgklieren verdwijnen. Elke dag moet ik roeren. Dan leg ik de huiden weer op de vleesboom om ze te ontdoen van haren en andere oneffenheden. Daarna gaan de huiden weer acht dagen in een nieuw kalkbad en weer op de vleesboom. Doel is de nog levende stoffen uit de huid te verwijderen, zodat je goed perkament krijgt. Als je dit niet twee keer doet, wordt het product bros en breekbaar.”
Daarna spant Timmerman de huiden op de drie raamwerken die hij in zijn werkplaatsje heeft. „Daar drogen ze en kan ik ze bewerken: schuren en schaven met de hand en de machine tot de gewenste dikte. Voel maar hoe glad de huid nu is. Dan snijd ik hem voorzichtig uit het raam.”
De opbrengsten van de wekelijkse productie van drie vellen staan niet in verhouding tot de investeringen en de inspanningen, zo’n vier uur per veel. „Met één vel ben ik drie weken bezig. Mijn productie is drie vellen per week, van augustus tot en met april. In de andere maanden vieren mijn vrouw en ik vakantie. Perkament levert, afhankelijk van de kwaliteit, 10 à 25 euro op per vierkante Engelse voet, zo’n 30 bij 30 centimeter. Uit één geitenhuidje kan ik twee tot negen keer deze maat halen.”
Geschiedenis van het perkament
Perkament speelde een belangrijke rol in het ontstaan van de Bijbel. Veel codexen, oorspronkelijke manuscripten van de Bijbel, zijn op perkament geschreven, aldus Dick Timmerman. Dat bood voordelen ten opzichte van het eveneens gangbare papyrus, dat veel brosser is. „Perkament is duurzaam. Onder goede omstandigheden blijft het eeuwen goed, zoals de Dode Zeerollen hebben bewezen.” Deze stammen uit 250 voor tot 50 na Christus.
Paulus schreef in de 1e eeuw na Christus zijn brieven ook op perkament, weet de inwoner van Wierden. Dat blijkt ook uit de Bijbel. „In 2 Timotheüs 4:13 schrijft Paulus: „Breng de reismantel mee, die ik te Troas heb gelaten heb, als gij komt, inzonderheid de perkamenten.” Alleen al deze uitspraak geeft de waarde aan van het materiaal dat hij gebruikte.”
Tot aan het eind van de middeleeuwen was perkament belangrijk. Veel waardevolle manuscripten werden op de bewerkte dierenhuiden geschreven. Door de opkomst van de boekdrukkunst verdrong papier het schrijven op perkament. „Daardoor werden tijdens de renaissance en de barok vaak alleen de boekbanden nog van dierenhuid gemaakt. Dat duurde tot ongeveer 1700. In de 19e eeuw, tijdens de romantiek, wilde men weer terug naar vroeger en kwamen de perkamenten banden weer terug.”
Timmerman: „De ontelbare manuscripten zullen nog jaren in archieven te zien zijn. Wij kunnen intens genieten van de geschreven woorden en de miniaturen. De drager, het perkament, is daarbij een wezenlijk onderdeel.”