Smalle marges bij bezuinigingen
Nieuwe cijfers tonen aan dat het kabinet, ondanks recordbezuinigingen, te optimistisch heeft begroot voor zowel 2003 als 2004. De marges zijn zo smal dat de linkse oppositie nauwelijks nog een vuist kan maken en eigenlijk gewoon buitenspel staat.
Sinds woensdag is duidelijk dat Nederland in 2003 behoorde tot de schenders van het Europese stabiliteits- en groeipact. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende dat het begrotingstekort over dat jaar uitkomt op 3,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Volgens het stabiliteitspact mag het maximaal 3 procent zijn.
Meteen ontving minister Zalm een brief van verantwoordelijk eurocommissaris Solbes, die Nederland ertoe oproept zo snel mogelijk orde op zaken te stellen. Dat landen zoals Frankrijk en Duitsland die afspraak al herhaaldelijk aan hun laars gelapt hebben, is voor de Europese Commissie geen reden om Nederland met clementie te behandelen.
Nederland zou binnen de Europese raad van ministers van Financiën, de Ecofin, een gelijke behandeling ten opzichte van Frankrijk en Duitsland kunnen afdwingen, maar dat zou ten enenmale ongeloofwaardig zijn. Minister Zalm was in de Ecofin juist aanvoerder van het verzet tegen de schenders van het pact. Hij kreeg daarvoor binnenslands kamerbrede steun.
Van VVD tot SP heeft de Tweede Kamer in de achterliggende jaren het belang van handhaving van het pact onderstreept. Daarbij ging het vooral om de norm dat landen hun begrotingstekort beneden de 3 procent moeten houden. Binnen die norm verschilden de meningen in de Kamer. Links dacht anders dan rechts over de vraag hoever Nederland van die norm vandaan moest blijven.
De regeringspartijen CDA, VVD en D66 spraken vorig voorjaar af het tekort ondanks alle economische problemen op maximaal 2,5 procent te houden en legden dat vast in hun regeerakkoord. De linkse oppositie stelde dat zij er daarmee voor kozen de economie nodeloos af te knijpen, waardoor het noodzakelijke herstel zou worden gefrustreerd.
Toen het kabinet in september de begroting voor 2004 presenteerde, met een ongekend bezuinigingspakket van 17 miljard euro (uitmondend in een tekort van 2,3 procent), stond de linkse oppositie op haar achterste benen. Het pleidooi van links was de bezuinigingen te verzachten door het begrotingstekort enigszins te laten oplopen in de richting van de 3 procent. „Mag het een kwartprocentje meer zijn?” zo vatte een columnist de oppositie tegen de rijksbegroting destijds samen.
Inmiddels hebben nieuwe cijfers van zowel het Centraal Bureau voor de Statistiek als het Centraal Planbureau duidelijk gemaakt dat ondanks de recordbezuinigingen het begrotingstekort dit jaar dreigt uit te komen op 3,3 procent. Er moet dus nader worden ingegrepen. Minister Zalm heeft het kabinet voorgesteld om in de zogeheten voorjaarsnota aanvullend een bedrag van zo’n 3 miljard euro te bezuinigen.
Duidelijk is inmiddels dat wanneer Nederland het had moeten doen met de tegenbegroting die de PvdA vorig najaar presenteerde (aansturend op een tekort van 2,9 procent), de problemen veel groter waren geweest. Ook de tegenbegroting van GroenLinks had het tekort doen oplopen tot misschien wel 4 procent van het bbp. Ook die begroting beoogde een uiteindelijk tekort van net onder de 3 procent.
Het enige tegenvoorstel dat links in de afgelopen weken nog lanceerde tegen een nieuwe bezuinigingsronde is het doen van een beroep op een uitzonderingsclausule in het stabiliteits- en groeipact. Volgens die clausule mag een land dat gehinderd wordt door economische krimp van meer dan 0,75 procent tijdelijk zijn begrotingstekort laten oplopen boven de 3 procent.
Maar zelfs dit voorstel blijkt niet levensvatbaar. Het CBS becijferde deze week ook dat de krimp van de Nederlandse economie over vorig jaar is uitgekomen op 0,7 procent. Dat is dus onvoldoende om een beroep te kunnen doen op de uitzonderingsclausule. Het bewijst dat de marges zo smal zijn geworden dat het wel stil moet zijn op links. Ook ChristenUnie en SGP steunen in beginsel de aanvullende bezuinigingen van het kabinet.