„Inkomsten Woord en Daad dalen door vluchtelingenhulp”
GORINCHEM. Na jarenlange stijging zijn de inkomsten van Woord en Daad vorig jaar gedaald. De organisatie wijt dat aan de inzet voor vluchtelingenhulp.
Ten opzichte van 2014 daalden de inkomsten van Woord en Daad in 2015 met 6,1 procent, zo bleek woensdag uit het jaarverslag van de hulporganisatie. „Veel harten en portemonnees zijn er opengegaan voor mensen op drift”, constateert ir. J. Lock, voorzitter van de raad van bestuur. „Veel giften gingen naar de opvang van vluchtelingen in Europa. Dat liet onze inkomsten dalen, maar we zijn vooral dankbaar dat mensen laten zien dat ze een hart hebben voor hun naaste in nood.”
Zowel de inkomsten vanuit particulieren als vanuit subsidies en aandeelacties van derden zijn lager dan in 2014. Vooral in december vielen de inkomsten lager uit dan werd verwacht.
Overigens werd niet op alle terreinen een daling genoteerd. De inkomsten van bedrijven stegen met 21 procent en die uit vermogensfondsen met 10 procent. In 2014 stegen de totale inkomsten nog met 400.000 euro in vergelijking met 2013: van 31 naar 31,4 miljoen. In 2015 was dat ruim 29,2 miljoen euro.
Woord en Daad neemt zelf overigens ook deel aan de vluchtelingenhulp. De organisatie steunde projecten rond opvang van vluchtelingen in de regio, met name in Jordanië en Irak. „Maar we deden meer”, meldt de hulpverleningsorganisatie. „Voor veel jongeren in Oost-, West- en Noord-Afrika trekt een nieuw bestaan over de Middellandse Zee. We wilden de zuigkracht verzwakken door een eerlijk beeld neer te zetten, maar ook het bestaan in de eigen omgeving beter, mooier en toekomstbestendiger te maken. Zodat de eigen omgeving niet langer de jongeren uitspuugt, maar vasthoudt en hen mee laat bouwen aan hun eigen bestaan, het bestaan van hun familie en hun toekomstig gezin, de toekomst van hun gemeenschap en land. Dat gebeurde onder meer door jongeren niet alleen goed onderwijs aan te bieden, maar ook door hen te helpen bij het vinden van een baan.”
Ook buiten Afrika bekeek Woord en Daad wat nodig was om de vele facetten van armoede te bestrijden. „Zo besteedden we veel aandacht aan kwaliteitsverbetering van onderwijs, versterking van landbouwkundige waardenketens die winstgevend zijn én werkgelegenheid en inkomen opleveren en aan beleidsbeïnvloeding. Omdat een coherent beleid van overheden, waarin het beleid van de verschillende departementen elkaar versterkt in plaats van tegenwerkt, ook in grote mate bijdraagt aan de ontwikkeling van mensen in armoede.”