Zo stond woensdagmiddag een deel van Zaandam op z’n kop nadat bezoekers van een MacDonalds daar een man en vrouw op een wc zagen met ‘iets met draadjes’. De afgezette omgeving werd urenlang belegerd, onder meer met honden en helikopters. Het bleek loos alarm.

Sinds de aanslagen in Parijs is het aantal meldingen bij de politie toegenomen tot ruim vijfhonderd per dag. Op de dag van de aanslag in Brussel en de eerste twee dagen daarna waren dat er ruim 650 per dag.

Verder belden veel mensen over achtergebleven koffers en tassen. Ook meldde zich iemand omdat een Arabische man in zijn tas had zitten rommelen. „Daar kunnen we niet zoveel mee”, zegt Mario Betting, hoofdofficier van dienst bij de Landelijke Dienst Operationeel Centrum.

„In deze tijd dreigt het gevaar dat mensen achter iedere boom een beer zien, zeker als ze worden geconfronteerd met iemand die er anders uitziet of een andere taal spreekt.” Maar: „We worden liever honderd keer te veel gebeld dan een keer te weinig. Mensen moeten vooral op hun gevoel afgaan. Het is aan de politie om de melding te duiden door zoveel mogelijk extra informatie te verzamelen en te analyseren. Op basis daarvan bepalen we de inzet.”