Binnenland

Nonnetjes voorspellen toekomst Waddenzee

DEN BURG. De diepte waarop nonnetjesschelpen zich in de Waddenbodem ingraven, is een goede maat voor de conditie van het wad. De gemiddelde ingraafdiepte zegt zelfs meer over de kwaliteit dan het totale aantal nonnetjes dat aanwezig is.

Redactie binnenland
25 March 2016 10:11Gewijzigd op 16 November 2020 02:25
Kanoetstrandloper. beeld Wikimedia, Hans Hillewaert
Kanoetstrandloper. beeld Wikimedia, Hans Hillewaert

Dat de ingraafdiepte van groot belang is, blijkt uit onderzoek van het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. Biologe Tanya Compton en collega’s van het NIOZ publiceerden de resultaten deze maand in het tijdschrift Frontiers in Ecology and Evolution.

Voor het onderzoek analyseerden Compton en collega’s de gegevens van zeventien jaar aan bodemmonsters uit de droogvallende gebieden van het westelijke deel van de Waddenzee. Op bijna 15.000 hectare wadbodem werd tussen 1997 en 2014 ieder jaar in de zomer op duizenden plaatsen met een steekbuis een monster genomen.

Grootte en gewicht

Zowel in de bovenste 4 centimeter als in het deel daaronder werden de nonnetjes (Macoma balthica) geteld. Ook werden hun gewicht en grootte bepaald.

Nonnetjes graven zich in en steken vervolgens een soort slurfje, de zogenoemde sifo, boven de wadbodem uit. Daarmee zuigen ze algen (vooral kiezelwieren) op vanaf het oppervlak en uit het langsstromende water.

Kanoeten

Hoe hoger de schelpdieren in de wadbodem zitten, hoe gemakkelijker ze bij hun voedsel komen. Maar hoe dieper de schelpen zitten, hoe veiliger ze zijn voor vogels als kanoeten. Kanoeten zijn niet in staat schelpen te pakken die dieper zitten dan 4 centimeter in de bodem.

De onderzoekers vonden een duidelijk verband tussen de diepte waarop nonnetjes zich ingraven en de omstandigheden op het wad.

Na jaren van intensieve bodemberoerende visserij door mechanisch kokkelvissen moesten de schelpen meer risico nemen om bij hun schaarse voedsel te komen en zaten ze dus minder diep.

In de jaren na het staken van de mechanische kokkelvisserij konden de schelpdieren het zich in toenemende mate veroorloven om zich dieper in te graven.

Broedval

In 2012 en 2014 waren er veel jonge nonnetjes. Deze jaren van zogenoemde goede broedval werden voorafgegaan door jaren met relatief veel dikke nonnetjes die zich diep in de wadbodem hadden ingegraven. „Het onderzoek laat zien dat de nonnetjes niet zozeer last hebben van de opwarming van de Waddenzee en de toename van rovers zoals garnalen en krabben”, zegt onderzoekster Compton. „Eerder werd gedacht dat klimaatverandering een belangrijke rem was op het herstel van de nonnetjes. Onze studie laat echter zien dat de conditie van de wadbodem veel belangrijker is. Wij vermoeden dat een goede samenstelling van de kiezelwieren de nonnetjes niet alleen in een goede conditie brengt, maar ook een goede vestiging stimuleert en de overleving van hun larven. Jaren van herstel kunnen we nu goed voorspellen aan de hand van de gemiddelde diepte waarop de schelpdieren zich het jaar ervoor hebben ingegraven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer