„Het piept en het kraakt bij de politie. Dat baart ons grote zorgen. Er is fors bezuinigd op de politie en inmiddels is de bodem bereikt”, schrijven de burgemeesters. Ze zijn vooral bang dat de preventieve aanpak van radicaliserende jongeren in de wijk in het gedrang komt. Ze voorzien dat er door eerdere bezuinigingen een structureel tekort aan politiemensen ontstaat. Eerder werd een norm afgesproken van minstens een wijkagent op 5000 inwoners, maar er is zonder nieuwe investeringen volgens de burgemeesters niet genoeg personeel om aan dat minimum te voldoen.

„De wijkagenten snuiven op wat er is gebeurd en wat er staat te gebeuren”, zegt Van Zanen. „Juist als het gaat om terrorisme is dat laatste natuurlijk van het hoogste belang. De wijkagent is geen tovenaar en ook geen garantie dat er nooit een aanslag plaatsvindt, maar deze mannen en vrouwen zijn in ons deradicaliseringsbeleid onmisbaar.”

De nieuwe veiligheidsvraagstukken vergen nieuwe kennis, ict, technologie maar bovenal voldoende capaciteit. Het is een illusie dat de politie de huidige en toekomstige problemen kan aanpakken met minder mensen, aldus de burgemeesters.