HBO-raad kende gewraakte constructies
De HBO-raad wist dat hogescholen in zee gingen met commerciële bureaus die een deel van het onderwijs verzorgen. De koepelorganisatie had echter geen vermoeden dat hierbij regels met voeten werden getreden. Wel stelde de raad een gedragscode op voor dergelijke constructies. Deze zal in de toekomst worden aangescherpt.
Dat zei voorzitter F. Leijnse van de HBO-raad woensdag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over vermeende fraude op waarschijnlijk zes hogescholen, die het bureau O&O in de arm namen. Hij zei er van uit te gaan dat het imago van het hoger beroepsonderwijs slechts tijdelijk last zal hebben van de affaire. „Deze episode is van voorbijgaande aard.”
Het Bredase O&O regelde namens een Nederlandse hogeschool onderwijs aan een Vlaamse instelling. De Belgische studenten konden op die manier een Nederlands diploma halen, terwijl de Nederlandse school overheidsgeld ontving voor de inschrijving en diplomering.
Hoewel minister Hermans van Onderwijs de afgelopen jaren vooral lerarenopleidingen aanmoedigde om met bedrijven samen te werken om het docententekort effectiever te bestrijden, hebben ook andere hbo-instellingen delen van het programma uitbesteed aan private partijen, aldus Leijnse. De HBO-raad heeft vervolgens in een code vastgelegd dat hogescholen het leeuwendeel van de lessen moeten blijven verzorgen.
„Wij namen aan dat dit zelfregulering was van legale praktijken. De accountants van de minister zullen uitwijzen of het toch iets onrechtmatigs was”, verwees Leijnse naar het rapport dat Hermans over twee weken uitbrengt. Als hogescholen ten onrechte geld van het rijk hebben ontvangen, is dit vooral zuur voor collega-instellingen, omdat zij via de verdeelsleutel dan minder krijgen. Hermans heeft al aangegeven dit eventueel recht te zetten en strafbare feiten aan te geven bij het Openbaar Ministerie.
Leijnse erkende tijdens de hoorzitting overigens dat hogescholen „samenwerken” bij vervolgstudies om op die manier toch rijksgeld te ontvangen. Die constructie is niet verboden. „Als dit fraude is, dan lust ik er nog wel een paar.”