Woensdag bepaalde de voorzieningenrechter in Lelystad dat de Urker visafslag het sorteren van vis weer moet laten verrichten door de combinatie. De sorteerders verwachtten vrijdag of uiterlijk maandag weer aan de slag te kunnen.

Donderdag was er „intensief overleg” tussen de advocaten van beide partijen, meldt Jan Rein de Wit, woordvoerder van de combinatie. „Onze advocaat heeft te horen gekregen dat de afslagdirectie niet eerder dan woensdag met ons in gesprek gaat. We kunnen op zijn vroegst volgende week vrijdag weer aan het werk.”

De Wit vindt dat niet acceptabel. „Onze mensen zitten al weken zonder inkomen, daar zou nu nog een week bij komen. Het is absurd hoe de afslag met ons omgaat. De rechter was deze week heel duidelijk: Isla (stichting die de visafslag heeft opgericht om eigen sorteerders aan te nemen, red.) mag de werkvloer niet meer op, het sorteren van vis dient te gebeuren door de combinatie tegen de oude voorwaarden.”

In het nieuwe kort geding eist de combinatie op straffe van een dwangsom dat de sorteerders meteen weer aan het werk kunnen.

Directeur Teun Visser van Visveiling Urk wilde donderdagmiddag in een eerste reactie op het vonnis van woensdag alleen kwijt dat hij weer in gesprek gaat met de combinatie. „We zien wel hoe ver we komen.” Op de vraag wanneer de sorteerders weer aan het werk kunnen, zei Visser: „Dat is nog niet te zeggen.”

De Urker visafslag liet de aangevoerde vis meer dan vijftig jaar sorteren door de sorteerders van de combinatie. De ‘peken’, zoals de sorteerders in Urk worden genoemd, zijn niet bij de afslag in dienst maar hebben een min of meer zelfstandige positie. Zij worden op oproepbasis ingezet. De combinatie, die naar eigen zeggen zo’n 140 peken vertegenwoordigt, behartigt hun belangen.

De aanschaf van een sorteermachine door de afslag, gevolgd door een opzegging van de samenwerking, leidde vorig jaar tot een conflict. Dat mondde vorige maand uit in een breuk, waarna de afslag eigen sorteerders aantrok.