„Patiënt ziet uit naar je komst, de koffie staat vaak klaar”
ARNEMUIDEN. Het aantal erkende verpleegkundigen is hard gedaald, vooral als gevolg van aangescherpte regels. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag. Mariël van Koeveringe uit Borssele werkt als wijkverpleegkundige in Arnemuiden en ziet het probleem in Zeeland niet.
Van Koeveringe (23) is sinds drie jaar wijkverpleegkundige bij Zorgstroom, een zorgorganisatie op Walcheren. Ze komt bij mensen thuis en geeft hun de zorg die ze nodig hebben. „Je kunt in dit beroep veel voor anderen betekenen”, vindt ze.
Dat het aantal erkende verpleegkundigen afneemt, is een betrekkelijk gegeven, vindt Van Koeveringe. „Het aantal BIG-geregistreerden wordt minder. Een BIG-registratie geeft duidelijkheid over de bevoegdheden van een zorgverlener, het register komt voort uit de Wet BIG, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Mensen maken een keuze of het voor hen relevant is om zich te laten her registreren. Als je niet meer werkzaam bent als verpleegkundige, maar bijvoorbeeld huismoeder bent, doe je onvoldoende ervaring op om bevoegd en bekwaam te blijven.”
De Zeeuwse verpleegkundige ziet in haar omgeving niet dat het aantal BIG-geregistreerden afneemt. „Bij ons op de werkvloer is iedereen bevoegd en bekwaam en hebben verpleegkundigen een BIG-registratie. Op de werkvloer is geen afname te zien van het aantal geregistreerde verpleegkundigen. Daarnaast is er in Zeeland een flinke instroom van nieuwe afgestudeerde verpleegkundigen.”
Voldoening
Het werk van wijkverpleegkundige geeft voldoening, zegt Mariël van Koeveringe. Het moeilijkst vindt ze de verzorging van mensen in hun laatste levensfase. „Dat maakt altijd weer veel indruk op mij. Ik wil stervenden de beste zorg geven, maar weet dat die zorg maar van korte duur zal zijn. Dat is intensief. Voor ons werk is inlevingsvermogen onmisbaar. En je moet met mensen kunnen omgaan, in al hun verscheidenheid.”
Als wijkverpleegkundige onderhoudt Van Koeveringe nauwe contacten met huisartsen, maar ook met familieleden en mantelzorgers van haar patiënten. „Die willen graag bij het zorgtraject betrokken worden omdat ze de patiënt zelf ook graag zorg geven. En het is voor een wijkverpleegkundige fijn om te weten wat familieleden vinden van de acties en initiatieven die je voor je patiënt wilt ontplooien.”
Het liefst organiseert Van Koeveringe de zorg zo dat mensen hun huis niet uit hoeven. „We helpen de mensen zo veel mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving. Dat is vooral voor oude mensen belangrijk. Als wijkverpleegkundige heb ik een zekere vrijheid om te bepalen hoeveel tijd ik aan een patiënt besteed. Zo kan ik mensen die oud maar nog zelfstandig zijn, stimuleren om die zelfstandigheid te behouden. Dat is een kwestie van bewuste keuzes maken, kritisch kijken naar de manier waarop je de zorg verdeelt en mensen doordringen van het besef dat lang zelfstandig blijven een goede zaak is.”
Zowel jong als oud begroet Van Koeveringe altijd enthousiast tijdens haar bezoeken. „Ze zien uit naar je komst en de koffie staat altijd klaar.”