IND: Snel schiften asielzoekers cruciaal
DEN HAAG. Het is „ongelooflijk cruciaal” dat asielzoekers die Nederland binnenkomen vanuit een veilig land van herkomst via een spoedprocedure zo snel mogelijk weer worden teruggestuurd.
De opvangplekken die ze bezet houden zijn veel te hard nodig voor asielzoekers die afkomstig zijn uit oorlogsgebieden, zoals Syrië en Eritrea.
Hoofddirecteur Van Lint van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zei dat maandagochtend bij de presentatie van de IND-cijfers over 2015 en de eerste twee maanden van 2016.
Opvallend in de cijfers is volgens hem dat het aantal asielzoekers uit als veilig verklaarde landen, zoals Albanië, Servië en Kosovo, de laatste weken fors stijgt. Zo bestaat een kwart van de huidige instroom uit migranten die afkomstig zijn uit deze Balkanlanden of overige veilige landen, zoals Marokko of Mongolië. Vorig jaar betrof het slechts 5 tot 10 procent, aldus Van Lint.
Een land wordt als veilig land van herkomst beschouwd als er geen sprake is van vervolging wegens bijvoorbeeld ras of geloof, foltering of onmenselijke behandeling.
Dankzij tijdige kabinetsmaatregelen plaatst de verhoogde instroom de vreemdelingenketen nog niet voor problemen, aldus de IND-chef. De uit veilige landen afkomstige asielzoekers mogen na binnenkomst zonder rust- en voorbereidingstijd meteen worden uitgenodigd voor een eerste, definitieve gehoor. De IND mag het besluit over het al dan niet inwilligen van hun asielverzoek binnen twee weken nemen. Is het oordeel negatief dan moet de afgewezene Nederland per direct verlaten, dus zonder dat hij een eventuele bezwaarprocedure hier mag afwachten. Voor de afgewezen asielzoeker is er ook geen recht op opvang meer.
De eerste cijfers lijken erop te wijzen dat het beleid rond versnelde uitwijzing daadwerkelijk effect sorteert, aldus Van Lint vanochtend desgevraagd. Zo meldden zich de eerste maanden van dit jaar uit de landen Albanië, Servië en Kosovo circa 900 asielzoekers. Van ruim 830 van hen staat volgens de IND vast dat ze het land inmiddels weer hebben verlaten: ruim 450 Albanezen, 190 Kosovaren en 195 Serviërs.
Ook het percentage asielzoekers dat Nederland binnenkomt terwijl het al een asielverzoek heeft lopen in een ander Europees land stijgt. Exacte cijfers kon Van Lint daarover vanochtend nog niet geven. „Ook deze groep willen we zo snel mogelijk overdragen naar het land waar het eerste asielverzoek is ingediend. Veelal betreft het Duitsland en Italië. De meeste overdrachtverzoeken worden gehonoreerd, al neemt dat wel de nodige tijd in beslag”, lichtte hij toe.
In totaal zijn de eerste negen weken van dit jaar ongeveer 6300 asielaanvragen gedaan. Het gaat om circa 4400 eerste asielaanvragen, 300 herhaalde asielaanvragen en 1600 ingereisde nagekomen gezinsleden van mensen die al een asielvergunning in Nederland hadden.
Vorig jaar dienden bijna 59.000 mensen een asielverzoek in, met name Syriërs (circa 27.700) en Eritreeërs (circa 8400). Circa 70 procent van de aanvragen werd ingewilligd.