Dit blijkt uit onderzoek onder bijna duizend kinderen van acht tot en met elf jaar in het kader van de Week van het geld, die maandag van start gaat. Koningin Máxima geeft het startsein op basisschool De Twaalfruiter in Vleuten. In de week worden op duizenden basisscholen gastlessen gegeven over verstandig omgaan met geld. In het Nationale-Nederlanden Café in Rotterdam wordt door het Nibud, het kennisinstituut voor budgetvoorlichting, maandag een masterclass aan ouders gegeven over opvoeddilemma’s.

Uit het onderzoek blijkt verder dat vier op de vijf kinderen van acht tot en met elf jaar zakgeld van hun ouders krijgen. Van de kinderen die geen zakgeld krijgen, geeft 7 procent aan dat de ouders dat niet kunnen betalen. Driekwart van de kinderen die wel zakgeld ontvangen, krijgt het geld contant. De rest heeft een eigen bankrekening waar het zakgeld op gestort wordt. De meeste kinderen leggen een deel van hun geld opzij: 86 procent spaart minstens de helft van het zakgeld. De overige 14 procent geeft het meeste geld meteen uit. Twee derde van de kinderen, zowel jongens als meisjes, kopen van hun potje geld speelgoed. Computerspellen zijn daarnaast populair onder jongens, terwijl meisjes vaker boeken en tijdschriften kopen.

Het onderzoek is een initiatief van Wijzer in geldzaken, onderdeel van het ministerie van Financiën.

Dat goed voorbeeld goed doet volgen, blijkt uit een ander onderzoek van het Nibud. Consumenten die als kind van hun ouders hebben geleerd met geld om te gaan, kunnen als volwassene makkelijker rondkomen en hebben minder betalingsproblemen. Ook sparen ze vaker en vertonen ze verantwoorder aankoopgedrag, zo concludeert het kennisinstituut.