Het aantal comazuipers is vorig jaar opnieuw fors toegenomen. In totaal belandden 931 jongeren in het ziekenhuis door overmatig alcoholgebruik. Dat zijn er 148, ofwel 19 procent, meer dan het voorgaande jaar, zo blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Nederlands Signaleringscentrum voor Kindergeneeskunde (NSCK).

Directeur Wim van Dalen van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP toont zich „niet verrast” door de cijfers, maar maakt zich wel grote zorgen. „De toename is absoluut zorgelijk en teleurstellend.” De STAP-directeur wijst erop dat de omvang van het probleem in werkelijkheid nog veel groter is. Niet iedere arts maakt (tijdig) melding van een kind met een alcoholprobleem. Artsen zijn ook niet verplicht hiervan melding te maken.

Oorzaak van het toenemende aantal comazuipers is volgens Van Dalen onder andere dat jonge kinderen nog altijd te gemakkelijk aan alcohol kunnen komen. Daarbij is het ouderlijk toezicht niet altijd aanwezig en/of effectief. „Jongeren drinken nog te veel zonder toezicht in keten, op straat en bij evenementen.”

De uitwassen bij alcoholgebruik doen zich vooral voor bij onervaren drinkers, jongeren van 14 en 15 jaar. „Zij voelen niet aankomen wanneer zij moeten stoppen. Jonge kinderen onderschatten de risico’s van drank vaak enorm. Meer ervaren drinkers, wat een rare term trouwens, voelen soms beter aan wanneer ze moeten stoppen.”

De aanscherping van het alcohol­beleid blijkt in de praktijk onvoldoende uit te pakken. „De wetswijziging is op papier prima, maar valt in de praktijk tegen.” Het „kwakkelende handhavingsbeleid” zou volgens hem aan­merkelijk strenger moeten. Zolang de omgeving van jongeren ‘nat’ is, blijft het alcoholbeleid dweilen met de kraan open.

Van Dalen pleit daarom voor een ingrijpende beleidswijziging, waarbij de landelijke overheid een grotere rol op zich neemt. Staatssecretaris Van Rijn stelde dinsdag dat de overheid meer voorlichting moet geven. Van Dalen reageert kritisch. „Je komt er niet met voorlichting, zolang de omgeving van jongeren ‘nat’ blijft. Van Rijn moet zelf in actie komen.”

Toezicht op alcoholbeleid is niet langer een verantwoordelijkheid van de voedsel- en warenautoriteit NVWA, maar van gemeentebesturen. Gemeenten beschikken daarbij niet altijd over ervaren en onafhankelijke inspecteurs, terwijl het beleid per gemeente „erg versnipperd” is.

De STAP-directeur pleit voor het „radicaal doorsnijden” van de band tussen alcoholreclame en sport. „Jongeren krijgen rond bijvoorbeeld voetbalwedstrijden veel spotjes te zien over alcohol.” Ook in sportkantines zou alcohol taboe moeten zijn. Bovendien moet de overheid het aantal verkooppunten niet vergroten.

Uit de dinsdag gepubliceerde cijfers, gebaseerd op gegevens van het NSCK, het ziekenhuis Reinier de Graaf in Delft, de Universiteit Twente en STAP, blijkt dat er bij 691 van de opgenomen minderjarigen sprake was van alcoholvergiftiging, ruim een kwart (27 procent) meer dan in 2014.

Gemiddeld hadden deze jongeren een alcoholpromillage van 1,94, dat overeenkomt met het in korte tijd drinken van zes glazen door meisjes en tien bij jongens. „In de praktijk is er waarschijnlijk meer gedronken omdat het alcoholpromillage later is gemeten en de alcohol al deels was afgebroken”, aldus de onderzoekers.

De meesten gaven aan sterke­drank te hebben gedronken, gevolgd door bier, mixdranken en wijn. De gemiddelde leeftijd van de opgenomen jongeren was vorig jaar 15,4 jaar.

Comazuipen komt bijna net zo veel voor onder meisjes (47 procent) als jongens (53). De meeste (37) van de vorig jaar opgenomen jongeren met een alcoholvergiftiging zaten op het vmbo. Daarna volgen havo (25) en vwo (20).