Stichtingen in Terschelling en Termunten krijgen vergunning zeehondenopvang
DEN HAAG. Het ministerie van Economische Zaken heeft na bijna anderhalf jaar eindelijk een knoop doorgehakt: de Stichting Zeehondenopvang Eemsdelta en de Stichting Zeehondenopvang West-Terschelling krijgen een ontheffing om zeehonden op te vangen.
Staatssecretaris Van Dam maakte dat dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer bekend. „De aanvragen voldoen aan de voorwaarden en de indieners hebben te kennen gegeven te handelen naar de gestelde regels”, zo motiveert Van Dam zijn beslissing.
De ontheffing is geldig tot en met 30 juni 2017. Dit omdat een dag later nieuwe regels zullen ingaan voor de opvang van zeehonden. Van Dam wil in de tussenliggende tijd laten onderzoeken welke manier van opvang het beste is. Nu wordt er namelijk heel verschillend gedacht door verscheidene zeehondenopvangers.
Het beste was dat te zien in de bekendste zeehondencrèche van Nederland in Pieterburen. Oprichtster Lenie ’t Hart had er jarenlang de leiding. Haar beleid was kort gezegd: alle zieke en in de steek gelaten zeehonden opvangen, opknappen en weer vrijlaten.
Aangezien het echter goed gaat met de zeehonden is de algemene leidraad sinds 2003: ernstig verzwakte en zieke dieren in laten slapen en niet koste wat het kost met antibiotica opknappen. Een botsing tussen het bestuur van Zeehondencentrum Pieterburen en ’t Hart volgde. De laatste moest vertrekken en haar plaats werd ingenomen door Niek Kuizenga, die het terughoudende beleid wel wilde uitvoeren.
Dat beleid was trouwens een gevolg van internationaal gemaakte afspraken met de andere twee Waddenlanden: Duitsland en Denemarken. Zij voeren een nog veel terughoudender beleid qua opvang. In Denemarken worden zieke dieren bijvoorbeeld standaard afgemaakt.
Sinds haar vertrek was ’t Hart betrokken bij nieuwe initiatieven voor zeehondenopvang. Ze adviseerde bij een nieuwe opvang in Stellendam op Goeree-Overflakkee. Ze zet zich voor een nieuw opvangcentrum in het Groningse Termunten, op een steenworp afstand van Zeehondencentrum Pieterburen. Ook de Terschellinger die zeehonden opvangt, draagt ze een warm hart toe.
De initiatiefnemers in Termunten en Terschellingen zeggen het belang van het individuele dier voorop te stellen. De oudere zeehondenopvangcentra zoals Pieterburen en Ecomare op Texel kijken liever naar de gehele zeehondenpopulatie in de Nederlandse wateren. Daar gaat het prima mee, er leven nu circa 10.000 zeehonden, waarvan ruim 90 procent in de Waddenzee. De populatie is de laatste jaren stabiel, zelfs na een zeehondensterfte in 2014-2015, veroorzaakt door een griepvirus.
In een open brief aan staatssecretaris Van Dam schreven vorig jaar natuurorganisaties zoals de Waddenvereniging en Natuurmonumenten dat de nu verleende ontheffingen het einde zal betekenen van het terughoudende opvangbeleid dat nu net tot stand lijkt te komen. De organisaties waren bang zeehondencentra straks vechten om de zieke zeehonden: de één om hem in te laten slapen, de ander om hem te redden.
Door nu diepgaand onderzoek te laten doen door onafhankelijke experts, hoopt Van Dam dat er per 1 juli 2017 eindelijk een eenduidige manier van zeehondenopvangen kan worden afgesproken. Het is maar de vraag of iedereen er zich dan aan houdt. Mensen zoals Lenie ’t Hart laten zich geen regels voorschrijven, door welke internationaal vermaarde wetenschapper dan ook.