Officier van justitie P. Bruinen schilderde B. af als „een sluwe en agressieve tiran die onder invloed van alcohol het leven van zijn dochters en kleindochter kapot heeft gemaakt. Hij wist terdege dat hij fout was. Door zijn slachtoffers te bedreigen, hoopte hij dat ze hun mond zouden houden.”

De officier had geen begrip voor de houding van B. tijdens de zitting. De hoogbejaarde man bagatelliseerde alle aantijgingen en wees de beschuldiging dat hij zijn kleindochter had verkracht stellig van de hand.

B. ontkende niet dat hij seksueel contact met zijn dochters had. Maar dat wilden ze zelf, zo verklaarde hij. „Zij kwamen naar mij en wilden seks, zodat ik ze geld gaf en hun schulden betaalde. Toen ik dat niet meer deed omdat ik het geld zelf nodig had, vertelden ze opeens verhalen over verkrachtingen en bedreigingen. Dat is gelogen”, beet hij de rechtbank toe.

Volgens het OM is B. met de verkrachtingen begonnen toen zijn dochters achttien jaar oud waren en het internaat verruilden voor een bestaan thuis. De verkrachtingen gingen door, ook toen de vrouwen al getrouwd waren. Een van de dochters zou bovendien zwanger zijn geworden van haar vader. De baby stierf na tien maanden.

B. zou in 1979 zijn kleindochter voor de eerste keer hebben verkracht. Het meisje was toen twee jaar oud. Vanaf haar zestiende jaar gingen de verkrachtingen gepaard met bedreigingen en geweld: hij zou onder meer een pistool tegen haar hoofd hebben gezet en met enige regelmaat gereedschappen in haar vagina hebben gestopt. De kleindochter deed daarvan al in 1998 en 1999 aangifte bij de politie, maar er werd destijds niet tot vervolging overgegaan. Dat veranderde toen verleden jaar ook de dochters aangifte deden.

Advocaat Bots kwalificeerde alle getuigenverklaringen als „volstrekt onbetrouwbaar. Hoe is het mogelijk dat deze zwakbegaafde vrouwen niet weten wat ze twee jaar geleden deden, maar wel precies kunnen beschrijven dat ze al op jonge leeftijd zijn verkracht? De kleindochter zelfs vanaf haar tweede jaar. Dat acht ik ongeloofwaardig.”

Volgens de raadsman is verkrachting niet te bewijzen en zou het OM zijn cliënt alleen seks met een onmachtige ten laste kunnen leggen. Bots, die justitie beschuldigde van het demoniseren van B. als „alcoholist en oorlogsmisdadiger”, eiste onmiddellijke vrijlating. De rechtbank wees dat verzoek af.

De rechtbank doet uitspraak op 13 april.