Steeds vaker selectieve toelating bij masters
LEIDEN (ANP). Studenten worden steeds vaker niet meer automatisch toegelaten tot een masteropleiding op de universiteit. Zelfs studenten die na hun bachelor een aansluitende vervolgopleiding willen doen, zijn niet meer verzekerd van een plek. Dat blijkt uit de woensdag gepubliceerde Keuzegids Masters 2016.
Bij meer dan de helft van de masters moeten studenten een toelatingsprocedure doorlopen. Er wordt dan gekeken naar bachelordiploma’s, cijfers en gevolgde vakken, of studenten moeten een intakegesprek doen.
De Universiteit van Utrecht is het meest selectief: bij 84 procent van de onderzochte masters geldt een toelatingsprocedure. Dit geldt ook voor de Erasmus Universiteit in Rotterdam (72 procent) en de Universiteit van Amsterdam (70 procent). Op de Universiteit van Tilburg (28 procent), de Rijksuniversiteit Groningen (39 procent) en technische universiteiten is vaak nog wel sprake van een directe toelating met een geschikte bachelor op zak.
Informatie over de toelating is echter niet bij elke universiteit even duidelijk. In Groningen moeten studenten „vaak maar raden” aan welke eisen ze moeten voldoen, terwijl dat bij de Universiteit van Utrecht en de Erasmus Universiteit niet zo is.
De Keuzegids wordt jaarlijks uitgebracht en beoordeelt opleidingen onder meer op het gebied van voldoende niveau en samenhang, persoonlijke aandacht en mogelijkheden voor onderzoek. Per master worden de kosten, tijdsduur, de aangeboden specialisaties en de toelatingseisen beschreven.