Binnenland

Drentse oervolkeren lijken op Maya’s

De Maya-indianen zijn vooral bekend van hun vermeende voorspelling van de ondergang van de wereld in 2012 én van bloedige mensenoffers. De tentoonstelling die dit weekend opent in het Drents Museum in Assen vertelt het complete verhaal van de mysterieuze klassieke cultuur uit Midden-Amerika.

Imco Lanting

27 February 2016 20:11Gewijzigd op 16 November 2020 01:47
Foto's Drents Museum, Assen
Foto's Drents Museum, Assen

Op het eerste gezicht lijkt het vergezocht om de mysterieuze Mayacultuur uit de tropische regenwouden van Midden-Amerika te vergelijken met de mensen die lang geleden in het Drentse veenlandschap leefden. Conservator archeologie Vincent van Vilsteren van het Drents Museum geeft dat grif toe. Maar toen hij een paar maanden geleden op reis was in Guatemala en Belize, midden in het gebied dat ooit bezaaid was met Mayasteden en -koninkrijkjes, zag hij met eigen ogen dat er wel degelijk sterke overeenkomsten zijn.

In het persoonlijk voorwoord van het prachtige tentoon­stellingsboek schrijft hij over zijn bezoek aan de grot van Actun Tunichil Muknal in Belize. „Alleen al de tocht om bij de ingang van de grot te komen, was enerverend. Een halfuur lopen door de jungle en daarbij drie keer tot borsthoogte door een rivier te moeten waden, is een belevenis. Bij de ingang van de grot aangekomen, moesten we eerst een stuk zwemmen om überhaupt de grot in te kunnen komen. Dan is het eerst enkele kilometers waden, klimmen en klauteren om vervolgens bij een droog gedeelte van de grot aan te komen. Letterlijk op kousenvoeten verder klimmend, komen we bij een vlak gedeelte waar de Maya’s in de achtste en de negende eeuw tal van offer­rituelen moeten hebben uitgevoerd. De aardewerken potten liggen er nog precies zoals ze die daar hebben achtergelaten. Deels zijn ze met druipsteenkalk overdekt.

Het is er aardedonker en de Maya’s moeten fakkels hebben gehad om iets te kunnen zien. De beklemmende sfeer wordt nog verhoogd door de aanwezigheid van een achttiental skeletten van personen die hier zijn geofferd. Op die manier vroegen de Maya’s om een gunst aan de god van de regen, die volgens hen in deze grot woonde.”

Cruciaal verschil

In de grot dringt het tot Van Vilsteren door dat wat hij hier ziet erg lijkt op wat hij zo goed kent van archeologische vondsten thuis. „De Drentse oervolkeren deden in feite hetzelfde als de Maya’s: ze legden waardevolle voorwerpen in het veen en communiceerden op die manier met het bovennatuurlijke. Met hun offers vroegen ze om allerlei gunsten. Niet voor niets bezit het Drents Museum de grootste collectie veenlijken ter wereld.”

Toch is er een cruciaal verschil. „De Maya’s beeldden de offerrituelen, die wij nu als gruwelijke praktijken zien, talloze keren spectaculair en gedetailleerd af: op bekers, op stèles en op rotswanden. Zover ontwikkeld waren ze in Drenthe nog niet. Vergeleken met de uitbundige uitingen van de Maya’s was het hier maar een zootje.”

Maar mensenoffers, waar vooral krijgsgevangenen en ook kinderen het slachtoffer van werden, waren daar én hier dus heel normaal. Van Vilsteren wil maar zeggen dat het niet terecht is dat de offerpraktijken er zo van langs krijgen in populaire media. Makers van Hollywoodfilms laten maar wat graag de bloeddorstige en wrede kant zien van de Mayacultuur, omdat we daar een vrij goed beeld van hebben.

Overigens is de focus zelfs binnen de offerrituelen van de indianen niet representatief: Maya’s offerden veel vaker dieren, voedsel en voorwerpen; en de koningen zelf waren ook niet bepaald kleinzielig, want zij offerden geregeld hun eigen bloed, na zichzelf in tong, oor of penis te hebben gestoken. Maar inderdaad: Maya’s deden ook nergens geheimzinnig over mensenoffers, het was simpelweg hun ”way of life” – net als op andere plekken op de wereld.

Mais

Van alle levensmiddelen van de Maya’s –waaronder pompoen en bonen– was mais veruit het belangrijkst. Niet alleen waren mensen volgens het scheppings­verhaal van de Maya’s uit het gewas ontstaan, ook de vergoddelijkte koningen van de stadsstaten binnen het Mayarijk heetten maiskoningen. Op talloze opgegraven objecten komen de gele kolven voor, tot in de kapsels van de afgebeelde koningen. Van Vilsteren: „Mais was bij de Maya’s het ultieme symbool van de cyclus van het leven, dat zich concreet vertaalde in de regelmaat van de verbouw: zaaien, groeien, bloeien, oogsten en opnieuw zaaien. Dat was nog lang geen eenvoudige opgave midden in het bijna ondoordringbare regenwoud, waar alleen een regen- en een droog seizoen bestaan.”

Een gebied waarop de Maya’s uitblonken –niet alleen ten opzichte van de Drentse, maar ook ten opzichte van de twee andere grote indianenrijken van Zuid-Amerika, de Inca’s en de Azteken– was hun ingewikkelde en unieke hiërogliefenschrift. Zelfs bijna twee eeuwen na de ontdekking van de eerste beschreven stenen is nog niet alles ontcijferd.

Ook van het heelal hadden de Maya’s een enorme kennis opgebouwd, wat blijkt uit de cyclische kalenders die zijn teruggevonden. Dat ook deze voor moderne geleerden niet eenvoudig te interpreteren waren, werd duidelijk in de loop naar 2012, het jaar dat de Mayacyclus Bak’tun 13 afsloot. Betekende dit nu het einde van de wereld, of simpelweg de overgang naar een volgende periode? Eindtijdgelovigen haakten massaal in en bereidden zich voor op de grote klap, maar wie bij de Maya’s –en de meeste deskundigen– zelf te rade ging, kon rustig blijven ademhalen: er was niets aan de hand, de aarde zou gewoon doordraaien na 20 december.

Ondergang

Een belangrijke reden waarom de Maya’s een bijna-mythische naam hebben, is terug te voeren op het raadsel rond hun ondergang. Rond de achtste en de negende eeuw verlaten de Maya’s hun steden en zelfs de koningen laten hun paleizen achter. Waarom dat gebeurt is onduidelijk, maar uiteraard zijn er wel ideeën over. Een aantal aanhoudende droogtes in de negende eeuw kan tot hun vertrek hebben aangezet, evenals de opvallend sterke bevolkingstoename vlak voor de ineenstorting van veel Mayasteden. Ook is duidelijk dat het gezag van de koningen afneemt, en dat kan chaos hebben veroorzaakt in de eeuwenoude sociale hiërarchie. Maar wat nu precies de ondergang van de Maya’s heeft veroorzaakt? De wetenschappers zijn er in elk geval nog lang niet over uit.

Tentoonstelling

Het Drents Museum wil met de Mayatentoonstelling een totaal­beleving creëren, zo is de bedoeling van de makers. Na het passeren van twee meer dan levens­grote panelen met foto’s van de Midden-Amerikaanse jungle, komt de bezoeker in een ruimte terecht waar de tentoonstelling in de vorm van een Mayatempel is ingericht. Licht­effecten zetten het strak vormgegeven heiligdom doorlopend in een veranderend dag- en avondlicht.

De tentoonstelling focust vooral op de bloeiperiode van de Maya’s, grofweg van 250 tot 900 na Christus. In samenwerking met het Historisches Museum der Pfalz in het Duitse Speyer (waar de tentoonstelling na Assen te zien is) worden 200 objecten getoond, grotendeels afkomstig uit musea in Guatemala. Topstuk is onder meer een bijna 3 meter grote stenen kruipende Maya-krijger. Ook is er een collectie beeldjes te zien die pas in 2006 werd gevonden in een koningsgraf in de Mayastad El Peru-Waka, in Guatemala. Gezamenlijk stellen de mensenfiguren de hofhouding van de begraven koning voor, die rondom de beeltenissen van een dwerg, een kikker en een sjamaan staan – symbolen van het bovennatuurlijke.

Het bijzondere masker van jade en schelpen, dat het gezicht is van de tentoonstelling, heeft mogelijk als (nogal uit de kluiten gewassen) riemgesp gediend tijdens ceremoniële festiviteiten. Verder veel stèles met het hiërogliefenschrift, aardewerken wierookbranders en grote bekers waarop strijders en andere taferelen staan afgebeeld. In een 3D-film waant de bezoeker zich in de bekende Mayastad Uxul, in Mexico, en wie dat wil kan op een computer zijn eigen geboortedatum in Mayasymbolen omzetten.

Het Drents Museum in Assen verwacht ongeveer 100.000 bezoekers voor de tentoonstelling.

”Maya’s. Heersers van het Regenwoud” is tot en met 4 september te zien in het Drents Museum in Assen.

www.drentsmuseum.nl


Mayatijdperk

Het Mayatijdperk duurde grofweg van 2000 voor Christus tot en met de zestiende eeuw. De periode van 250 tot 900 na Christus wordt algemeen als bloeiperiode gezien. En al was er ook daarna nog wel sprake van oplevingen, langzaam belandde de Mayacultuur in een neerwaartse spiraal. Vanaf 1520 begonnen Spanjaarden aan de verovering van de overgebleven Mayasteden. De grote onderlinge rivaliteit tussen de inheemse koninkrijkjes werkte zwaar in hun nadeel en geregeld werden de Maya’s op slinkse wijze tegen elkaar opgezet. Eind zeventiende eeuw was het Mayagebied volledig in Spaanse handen. Wel braken er soms nog opstanden uit, tot in de jaren dertig van de vorige eeuw toe. Tegenwoordig zijn er ongeveer 8 miljoen Maya’s, die voor het merendeel in Guate­mala en het zuiden van Mexico wonen. De diversiteit tussen de Maya’s onderling is, net als vroeger, enorm, wat onder meer blijkt uit de meer dan twintig verschillende talen die in hun leefgebied worden gesproken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer