Opleiden buitenlandse wetenschapper kosteloos
DEN HAAG (ANP). Het opleiden van buitenlandse wetenschappers kost de Nederlandse overheid geen geld. De belastinginkomsten van gepromoveerden die na de studie in ons land blijven, compenseren de opleidingskosten, concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een vrijdag verschenen rapport.
„Bij de huidige lonen en kansen dat iemand blijft is het waarschijnlijk dat buitenlandse promovendi geen kostenpost zijn voor de Nederlandse overheidsfinanciën”, stelt het CPB. De buitenlanders die in Nederland een doctorstitel behalen, dragen volgens het planbureau bij aan de Nederlandse welvaart, onder meer door de inbreng van nieuwe ideeën. Deze economische effecten zijn echter moeilijk meetbaar.
De kosten voor het opleiden van promovendi uit het buitenland zijn relatief hoog omdat zij als werknemer in dienst zijn van de universiteit. Maar op de korte termijn staat hier een maatschappelijke bijdrage tegenover in de vorm van onderzoeks- en onderwijstaken.
Tien jaar na het afronden van de promotie blijkt een derde (32 procent) van de buitenlandse promovendi nog in Nederland te werken. Gemiddeld hebben zij een hoger loon dan Nederlandse gepromoveerden. Het aantal buitenlandse wetenschappers in dienst van Nederlandse universiteiten is sinds 2005 fors toegenomen, van ruim 2300 tot bijna 4000. Zij komen vooral uit China (12 procent), Duitsland (8 procent), de landen van de voormalige Sovjet-Unie (7 procent) en India (6 procent).
De overgrote meerderheid promoveert in de techniek (44 procent) of natuurwetenschappen (26 procent). Het promoveren in economische wetenschappen (7 procent) en landbouw (6 procent) is duidelijk minder in trek.