Hoornbeeck College: Harde aanpak verzuim werkt
DEN HAAG. Het aantal jongeren dat zonder diploma de school verlaat, blijft dalen. Vorig cursusjaar waren het er 1200 minder dan het jaar ervoor. Een strak verzuimbeleid blijkt goed te werken. „We zitten er bovenop als een student niet op school verschijnt.”
Afgelopen cursusjaar verlieten 24.451 jongeren voortijdig de schoolbanken: 5 procent minder dan het jaar ervoor, aldus het ministerie van Onderwijs maandag. De daling lijkt niet spectaculair, maar over een langere periode bekeken is ze wel opvallend. In het cursusjaar 2001-2002 startte het ministerie van Onderwijs een harde aanpak van de zogeheten drop-outs. De teller stond toen op 71.000. Inmiddels dus op een kleine 25.000; bijna een derde van het oorspronkelijke aantal.
Het gaat om jongeren die op de middelbare school zitten of een mbo-opleiding volgen. Minister Bussemaker (Onderwijs) is blij met de daling. „Het is erg goed dat meer jongeren met succes hun opleiding afronden en daardoor een beter toekomstperspectief hebben”, liet ze maandag weten.
Een van de scholen die met succes het aantal drop-outs weten terug te dringen, is het Hoornbeeck College met zes vestigingen door het hele land. Afgelopen jaar realiseerde het reformatorische mbo-college een daling van 147 naar 100 voortijdige schoolverlaters: ruim 30 procent. Goed nieuws, beaamt drs. Dick van Meeuwen, lid van het college van bestuur.
„We zijn al jaren bezig het probleem aan te pakken. Daardoor hadden we al weinig voortijdige schoolverlaters. Dat het aantal nog verder is afgenomen, daar zijn we natuurlijk blij mee.”
Van Meeuwen betrekt graag de overheid in het succes. „Het ministerie van Onderwijs heeft van de aanpak van voortijdig schoolverlaten een prestatie-indicator gemaakt. Dit houdt in dat scholen er financieel op worden afgerekend. Slaag je erin het aantal drop-outs terug te dringen, dan krijg je daar geld voor. Die aanpak werkt goed in de praktijk.”
Maar ook de school heeft er hard aan getrokken, zegt Van Meeuwen. „We voeren een strak verzuimbeleid. Verschijnt een student een dag niet op school, dan neemt de verzuimcoördinator direct contact op met thuis. Soms blijkt dat de student een verkeerde studieroute heeft gekozen.
Dan gaat de studieloopbaanbegeleider in gesprek met zo iemand om een andere studie te kiezen. Er kan ook sprake zijn van problemen bij de student. Dan is er op school een uitgebreide zorgstructuur aanwezig om iemand te helpen. Door er in alle gevallen strak bovenop te zitten, houden wij het verzuim, en daardoor het voortijdig schoolverlaten, onder controle.”
Ook de „nauwe contacten” die het Hoornbeeck College met de toeleverende middelbare scholen heeft, werken positief, aldus Van Meeuwen. „De lijnen zijn kort. Dat voordeel hebben wij als reformatorische scholen. Als er leerlingen zijn die problemen hebben, dan krijgen we dat bij de overgang naar het mbo te horen. Daardoor hebben wij onze studenten goed in beeld.”
Er is in het totale mbo wel wat veranderd als het om de aanpak van voortijdig schoolverlaten gaat, constateert Van Meeuwen. „Er was een tijd dat we als mbo-scholen vooral de eigen verantwoordelijkheid van de studenten benadrukten. Maar dat werkte niet. Van een klas met 25 studenten waren er na twee jaar soms nog 15 over. Waar zijn die tien gebleven? Niemand wist het. Dat heeft ertoe geleid dat we de touwtjes weer wat hebben aangetrokken. School is school, je moet er gewoon zijn. De combinatie van vrijheid én er bovenop zitten, werkt goed.