De groei in de eurolanden stabiliseerde op gemiddeld 0,3 procent ten opzichte van het derde kwartaal. Daarmee voldeed de vooruitgang aan de verwachtingen van economen. Dat gold ook voor de plus van 1,5 procent die werd geboekt in vergelijking met het vierde kwartaal van 2014.

Spanje was de uitblinker in de eurogroep, met een groei van 0,8 procent ten opzichte van het derde kwartaal. Het CBS meldde donderdag al een plus van 0,3 procent voor Nederland. Duitsland boekte een even sterke groei als Nederland, de Franse economie werd 0,2 procent groter.

De krimp van de Griekse economie zwakte vorig kwartaal af, tot 0,6 procent. In het derde kwartaal werd nog een min van 1,4 procent gemeten in Griekenland. Finland is het enige andere euroland met een krimpende economie. Daar nam het bruto binnenlands product in de laatste drie maanden van vorig jaar met 0,1 procent af.