Het Korps Commandotroepen (KCT) is de speciale eenheid van de Koninklijke Landmacht. Het idee komt van de Britten. De Engelse regering besloot in juni 1940 tot de oprichting van kleine, zelfstandig opererende eenheden. Hun taak was om op het Europese vasteland Duitse doelen aan te vallen. Die elite-eenheden worden commando’s genoemd.

De Engelse commando’s kregen in de Tweede Wereldoorlog al snel behoefte aan militairen die bekend waren met de taal en de gebruiken van het land waar ze actief waren. Binnen het ‘No.10 Inter Allied Commando’ kwam plaats voor 85 Nederlanders.

In maart 1942 vertrokken de eerste Nederlandse militairen naar Schotland voor de opleiding tot commando. 22 maart 1942 werd later vastgesteld als oprichtingsdatum. In juni 1942 rondde de eerste groep de opleiding af. Die militairen vormden daarna de eerste Nederlandse commando-eenheid, de ‘No. 2 Dutch Troop’. Dat is de voorloper van het huidige Korps Commandotroepen. ‘No. 2 Dutch Troop’ deed in 1944 mee aan de grootste luchtlandingsactie uit de Tweede Wereldoorlog, operatie Market Garden.

Het Korps Commandotroepen voert nu als zelfstandige eenheid speciale operaties uit in vijandelijk gebied, zoals in Afghanistan bijvoorbeeld. En ze verlenen steun aan bondgenoten en eenheden van landmacht, luchtmacht en marine. Het zijn vooral operaties in een gebied dat niet onder controle is van eigen eenheden. Het gaat om operaties met een strategisch of operationeel belang, zoals terreur bestrijden in crisisgebieden, gegijzelde burgers of militairen bevrijden of evacuaties uitvoeren.

De speciale operaties zijn onderverdeeld in drie soorten: speciale verkenningen (als voorbereiding op een missie bijvoorbeeld), offensieve acties (het aanvallen van hoogwaardige doelen of het saboteren van belangrijke installaties, verbindingen of wegen) en militaire steunverlening.