Kogge uit rijke verleden IJsselsteden
KAMPEN. Het laatmiddeleeuwse wrak dat op de bodem van de IJssel voor de binnenstad van Kampen ligt, wordt halverwege deze maand gelicht. Historici vertellen het verhaal achter deze kogge, en de gouden eeuw van de IJsselsteden.
Op tientallen meters van de binnenstad drijft in het midden van de rivier al maandenlang een ponton. Vooral ónder dit drijvende platform wordt gewerkt, om op 10 februari de laatmiddeleeuwse kogge boven water te krijgen.
Het wrak werd destijds ontdekt bij voorbereidingen voor baggerwerkzaamheden in de IJssel. Dat er juist bij Kampen een dergelijk handelsvaartuig ligt, is niet vreemd: de stad had in de veertiende eeuw invloed tot ver buiten de huidige landsgrenzen.
Nog voor ons land zijn Gouden Eeuw beleefde, was er de gouden eeuw van de handelssteden langs de IJssel. Dat is althans de stelling van historicus Theo van Mierlo. Zo kregen schippers uit Kampen –de Ommelandvaarders– in 1251 van de Deense koning Abel bepaalde privileges. „De originele akte ligt nog in Kampen.”
Reders en schippers uit deze stad voeren van de Oostzee via Engeland naar Brugge. De winsten kwamen in Kampen terecht. Ook steden als Deventer en Zutphen waren groot in deze tijd.
Deze vestingen gingen bovendien als een van de eerste over van houten op stenen huizen. „De eerste bouwverordening van ons land, uit 1316, komt uit Kampen.”
Platte bodem
Het vaartuig waarmee in die tijd alle goederen werden verplaatst, was de kogge, weet Van Mierlo. Schepen met een platte bodem, rechte steven en met de planken ”overnaads” gebouwd. Vermoedelijk werden dergelijke schepen ook in Kampen gebouwd.
Maar is de IJsselkogge die op de rivierbodem ligt ook een Kamper schip? Volgens maritiem archeoloog Wouter Waldus vertoont deze kogge kenmerken van een schip uit deze regio, vooral vanwege het type baksteen dat erin is gevonden. Die bakstenen zijn verwerkt in een oven aan boord, zo werd eind vorig jaar bekend.
Waldus vermoedt dat de kogge op de huidige plek terecht is gekomen om de loop van de IJssel te beïnvloeden. Dit schip stamt uit de eerste helft van de vijftiende eeuw, een tijd waarin de rivier bij Kampen verzandde.
Historicus Michiel van Wijngaarden dook in de archieven om informatie over het zinken van de kogge te achterhalen. „In de Hanzerecessen, waarvan een groot deel in origineel in Kampen aanwezig zijn, wordt geen melding gemaakt van wrakken of scheepsrampen in de IJssel.”
Ook van oorlogshandelingen –een andere theorie– was niets terug te vinden. Een dumpplaats van afgeschreven schepen ligt evenmin voor de hand, omdat het om een toch al lastig bevaarbaar deel van de IJssel ging.
De plausibele verklaring blijft voor de historicus dat de kogge, samen met twee andere gevonden wrakken, als dam of krib in de rivier fungeerde. Alle drie de schepen lagen haaks op de rivier, aldus Van Wijngaarden. „Een bron uit 1437 waarin Kampen, Zwolle en Deventer overeenkomen hoofden in de IJssel te leggen om de oevers te beschermen, toont aan dat er werkzaamheden werden uitgevoerd om afkalving van land te voorkomen.”
Al eerder bleek dat de IJsselkogge nog in opmerkelijk goede staat verkeert. Zeker het ruim is goed bewaard gebleven in vergelijking met koggen die in Flevoland, bij Bremen en bij Antwerpen zijn gevonden.
Museum
Het schip zal na conservering in Lelystad worden tentoongesteld in Kampen. Historicus Van Mierlo ziet hierin een uitgelezen mogelijkheid om het roemruchte Hanzeverleden van de IJsselsteden voor het voetlicht te halen.
Het huidige idee om de kogge in een glazen vitrine aan de rand van de binnenstad tentoon te stellen, stemt hem somber. „Laat de kogge dan maar in Lelystad achter.”
Een ambitieuzer plan om er een apart museum voor in te richten, sneuvelde vooralsnog omdat het ten koste zou gaan van twintig parkeerplaatsen. „De gemeenteraad vindt de Internationale Hanzedagen van 2017 in Kampen belangrijk. Dan moet je juist de waarde van de geschiedenis inzien.”
Van Mierlo vindt dat de gemeente het voortouw moet nemen voor een museum rond de kogge. Hij verwijst naar het Stedelijk Museum Kampen, dat bijna zeven jaar geleden opende in het Oude en Nieuwe Raadhuis. „Dat krijgt nog altijd lovende kritieken en trekt veel bezoekers.”