Smart om de vervlakking, om de breuk van Sion
Eenzaam is het geworden rond ds. A. J. Wijnmaalen. De hervormde emeritus predikant uit Vianen werd onlangs 90 jaar. Op 23 april is hij zestig jaar predikant. „Mijn geslacht is grotendeels weggevallen. Er is bijna niemand meer die me bij de voornaam noemt.”
Met heimwee denkt de predikant terug aan „ouderwets bekeerde mensen” die hij heeft gekend, zoals Aagje van Ettekoven en ouderling Jan Bos uit Maartensdijk, aan ouderling Legemaat van Houten, aan vrouw Hardloper en vrouw Fikse uit Oldebroek.
„Allemaal bekende namen onder het volk. Die mensen konden vertellen wat God aan hun ziel gedaan had. Maar als dat niet levend was, dan waren ze potdicht. En dat is ook beter. Met praten komen we er niet.”
Abraham Jacob Wijnmaalen werd op 7 februari 1914 in Delft geboren. Zijn voorgeslacht was onkerkelijk. „Mijn grootouders waren niet buitenkerkelijk, maar ónkerkelijk, in die zin dat ze zondags niet naar de kerk gingen maar thuis een preek lazen. Ze zaten thuis met smart vanwege de breuk van de kerk. Dat was gekomen toen koning Willem I met zijn Algemeen Reglement de kerk reorganiseerde tot een bestuurskerk. De koning had beter een Dordtse synode bijeen kunnen roepen. Nu was het gevolg dat er vrijheid kwam voor allerlei wind van leer. Wanneer er door de plaatselijke predikant niet overeenkomstig de gereformeerde leer werd gepreekt gebeurde het dat mensen, waaronder gekenden Gods, thuis gingen preeklezen. Zuchtend en wenend vanwege de breuke Sions. In sommige plaatsen in ons land tref je nog altijd zulke onkerkelijke mensen aan.”
Ds. Wijnmaalen brengt veel begrip op voor thuislezers. „Men mag onkerkelijkheid willen veroordelen, maar dat waren vaak eenzame, echt bekeerde mensen van wie veel uitging. Ze konden niet opgaan naar Gods huis als ze het ware leven niet hoorden verklaren. Een nauw leven leidden ze. Ze deden aan een strikte zondagsheiliging. Zaterdags gingen ze bijvoorbeeld water tappen voor de zondag. Je kunt je dat nu niet meer voorstellen, maar water tappen zouden ze op de dag des Heeren echt niet doen. Thuislezen was voor die mensen een smartelijke weg, desondanks was het voor hen de weg des Heeren.”
„Een iegelijk is schuldig zich bij de ware kerk te voegen”, zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Is het naar het Woord om zondags met een boekje in een hoekje te kruipen?
„De Hervormde Kerk is her en der in de praktijk afgeweken van haar grondslag. Dat ligt plaatselijk verschillend, maar wanneer dat het geval is, moet je zondags daar dan gaan zitten? Ik geef toe: we moeten niet om een kleinigheid wegblijven. Laten wij elkaar verdragen zolang dat kan. Maar hoe moet dat straks met de nieuwe kerk?”
„Daar waar wedergeborenen zijn, mensen die uit God geboren zijn, die behoren tot de ware Kerk. Zonder wedergeboorte is het onmogelijk Gode te behagen. Mensen die wedergeboren zijn, zullen het er zelf niet voor kunnen houden. Die leven als in een nachthut in de komkommerhof. Ik houd van missende mensen. Maar dat is verder voor de binnenkamer.”
De ouders van de jonge Wijnmaalen gingen in Delft kerkelijk meeleven tijdens de ambtsbediening van onder anderen ds. Van der Wal, ds. Zandt, ds. Lekkerkerker en ds. Leenmans. Vader Wijnmaalen was er zelfs nog vele jaren diaken. „Ds. Zandt heeft mijn leven gestempeld. Ik ben een Zandt-mannetje. Hij was het met de onkerkelijkheid van de thuislezers niet eens, maar als er iemand van dat volk begraven werd, stond ds. Zandt vaak op het kerkhof mee te luisteren, zoals bij Manus van der Hoven.”
Ds. Wijnmaalen heeft ook banden buiten de Hervormde Kerk. Kerkmuren zijn voor hem niet hoog. Hoewel, „het ligt er maar aan welke muur.” Maar aansluiting zoeken bij een ander kerkverband is voor hem geen mogelijkheid. „Ik preek op allerlei plaatsen, ook buiten de vaderlandse kerk. Waar ik nog gevraagd word, daar kom ik. Ook spreek ik nog op bijeenkomsten voor de Gereformeerde Bijbelstichting, voor de SGP en een aantal evangelisaties. Ik denk aan ds. Zandt, die maandelijks minimaal één keer voor de evangelisatie Elim in Zwolle sprak.”
Het doel van de preek is voor ds. Wijnmaalen het wijzen op de noodzakelijkheid van de wedergeboorte. „Dat is een Godsdaad. Daarom moet de mens God heilig lastigvallen. Een predikant is als een landman die het goede zaad uitstrooit. Alleen als het zaad in weltoebereide aarde valt, zal het door Gods Geest wortel schieten. In de wedergeboorte overtuigt Gods Geest de zondaar van zonde, gerechtigheid en oordeel. Iemand die altijd rustig voortleefde, wordt dan onrustig gemaakt en vindt niet eerder rust dan op het moment dat hij weet in Christus gerechtvaardigd te zijn. Als je er oren voor hebt gekregen, dan kun je bij die mensen horen dat er leven in de ziel ligt. Wanneer tenminste dat leven levend is. De godsdienst hoor je vaak praten, maar deze mensen bidden: Gun leven aan mijn ziel, dán looft mijn mond, alleen dán kan ik Gods eer bedoelen. Als dat leven er niet is, dan zwijg ik liever.”
Ds. Wijnmaalen werd op 23 april 1944 predikant in zijn eerste gemeente, Leerbroek. Oldebroek werd eind 1947 zijn tweede gemeente. In 1952 nam hij het beroep aan naar Maartensdijk, waar hij bleef tot aan zijn emeritaat op 1 mei 1979. Ook verleende hij vele jaren in Numansdorp, Culemborg, Lekkerkerk en Staphorst, zoals hij zelf aangeeft, „nog wat hulp in de huishouding.”
Met verdriet denkt ds. Wijnmaalen aan zijn echtgenote, die hem in 1998 ontviel. Haar begrafenis ligt nog vers in zijn geheugen. Ds. F. Mallan en ds. A. C. Rijken leidden de rouwdienst. Ds. J. Roos sprak aan het graf en ds. Tj. de Jong sloot de plechtigheid. „Zij was iemand, die van jongs af de Heere vreesde. Haar ziel was gered voor tijd en eeuwigheid. Gerechtvaardigd door God is ze naar Hem afgereisd.”
Waar ziet u de remedie liggen voor de kerkelijke verwarring in alle verbanden?
„Er is nergens meer eenheid. Er gaat geen kracht meer uit van de kerk. Ik zie zo veel vervlakking van de zeden. Dat moest ons meer tot schuld en tot smart zijn. De Heere zegt: „Als het volk zich schuldig zal kennen, dan zal Ik tot hen wederkeren.” Maar er is geen schuld, geen smart, wel veel gediscussieer en gedebatteer. Waar is de godzalige levenswandel? Het gaat niet om de praat, maar om de wandel. Praten kan iedereen, maar godzalig wandelen kan door genade alleen Gods volk.”
„Predik het Woord. Dat is het. Wij kunnen niets maken, niets pakken. We roepen in de prediking op om terug te keren tot de wet en tot de getuigenis, want anders zal het allemaal geen dageraad hebben. Strijdt gij om in te gaan, dat is de boodschap voor ieder persoonlijk.”