‘Sporthal’ vol monsters voor onderzoek
GRONINGEN. In Groningen wordt deze week officieel een ruimte geopend ter grootte van een sporthal met daarin grote vriescellen. In die vriezers worden miljoenen monsters bewaard van mensen uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe die meedoen aan het onderzoeksproject Lifelines.
Voor het project, dat sinds 2006 loopt, worden 165.000 personen –van jong tot oud– dertig jaar lang gevolgd. De deelnemers geven elke vijf jaar biologische monsters af: bloed, urine en uitwerpselen. Daarnaast vullen ze een vragenlijst in en worden onder meer bloeddruk en spierkracht gemeten.
Wetenschappers die een bepaalde ziekte willen onderzoeken of een verband tussen aandoeningen, kunnen materiaal uit de biobank opvragen.
Vorig jaar had Lifelines ruim 8 miljoen monsters verzameld. Die werden in 180 grote vriezers bewaard bij een temperatuur van -80 graden Celsius. Omdat het met de hand vullen van de vriezers veel tijd vergde, werd in 2012 gestart met de bouw van geautomatiseerde vriescellen.
Stroomuitval en aardbevingen
Een robot plaatst nu de monsterbuisjes en haalt ze terug, laat Saakje Mulder, directeur van Lifelines, weten. „Op de buisjes zit een QR-code die wordt gescand. Daaraan is informatie van de deelnemers gekoppeld. Heeft een onderzoeker monsters nodig, dan kan de robot de geselecteerde buisjes op basis van de QR-code zo tevoorschijn halen.”
Het systeem is afgelopen jaar uitgebreid getest. „De robot, de software, de koeling. We hebben gekeken of de systemen bij stroomuitval goed worden overgenomen. De stroomvoorziening is dubbel aangelegd. Mochten beide kabels toch falen, dan kunnen we vier dagen koelen met vloeibaar stikstof. Verder is gekeken hoe we zware aardbevingen aankunnen.”
Wetenschappers uit binnen- en buitenland kunnen gebruikmaken van de monsters, aldus Mulder. „We hebben nu tien jaar lang data verzameld. Voor veel onderzoekers wordt het project nu pas interessant.”