Basisschoolklas telt weer zo’n 23 kinderen
UTRECHT (ANP). In de klassen op de basisscholen in Nederland zaten vorig jaar gemiddeld 23,3 leerlingen. Dat is ongeveer net zoveel als in 2013 en 2014, meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb) maandag.
Het ministerie van Onderwijs brengt al een aantal jaar de groepsgrootte in kaart. Volgens staatssecretaris Sander Dekker steeg de gemiddelde groepsgrootte tot 2013 en is het aantal leerlingen per klas nu voor het derde jaar op rij stabiel.
Dekker stuurde onlangs het overzicht naar de Tweede Kamer. Uit dat overzicht blijkt dat minder dan 6 procent van alle groepen in het primair onderwijs groter was dan dertig leerlingen, aldus de AOb. Wel zaten er in iets meer dan een kwart van alle klassen 27 of meer leerlingen.
De AOb is voorstander van een gemiddelde groepsgrootte van 23 leerlingen. Het cijfer van 23,3 zegt volgens de bond niet alles. „Door de krimp sluit ik niet uit dat er veel kleine scholen bij zitten met kleine klassen. Als het getal dan net als vorig jaar 23,3 blijft, zijn er aan de andere kant grotere klassen bijgekomen. Wij horen van onze leden dat er nog steeds veel grote klassen zijn. Met veel zorgleerlingen bovendien”, zegt voorzitster Liesbeth Verheggen.