Hoogleraar Kuiper overleden
Prof. P. C. Kuiper, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Amsterdam van 1961 tot 1985, is overleden. Hij staat bekend als de man die de psychoanalyse introduceerde in de Nederlandse psychiatrie.
In zijn boek ”Ver heen” (1988) schreef hij over zijn eigen depressie. Hij maakte de psychiatrie als wetenschap toegankelijk voor een breed publiek door mee te werken aan interviews en tv-programma’s. Kuiper is 82 jaar geworden.
Kuiper heeft in woord en geschrift de psychoanalyse uitgedragen en toegankelijk gemaakt voor generaties studenten en psychiaters, zegt prof. dr. B. Gersons, een van zijn leerlingen. Voor zijn benoeming was de psychoanalyse nog een verborgen bezigheid van een kleine groep gedrevenen, aldus de aan het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam verbonden psychiater.
Piet Kuiper was de psychiater die zelf depressief werd. Dat gebeurde toen hij al een grote reputatie in zijn vak had opgebouwd. Kuiper krabbelde op uit die ernstige depressie, die later nog terugkeerde. Daarbij had hij baat van medicijnen die hij in zijn leerboeken altijd had afgeraden.
Hij wordt gezien als een van de bekwaamste psychoanalytici van Europa.
Kuiper schreef standaardwerken als ”Neuroseleer”, ”Hoofdsom der Psychiatrie” en ”De Mens en Zijn Verhaal”. Hij leidde tientallen Nederlandse psychiaters op en had invloed op de ’wederopbouw’ van de psychoanalyse in Duitsland. Kuiper vocht zijn hele leven tegen de kloof tussen zogenaamde gekken en psychiaters. „Zo moet je niet naar mensen kijken”, zei hij in een interview. „Stel je niet boven de patiënt”, doceerde hij zijn leerlingen.
In de lijn van Freud leerde hij dat symptomen in de psychiatrie niet zonder meer ziekteverschijnselen zijn, herinnert Gersons zich. De symptomen hebben betekenis en vaak een verborgen boodschap. De psychiatrie van Kuiper bestond daarom niet alleen uit observaties en mededogen, maar respecteerde ook het denken van mensen in alle vormen.
In 1983 viel Kuiper ten prooi aan een depressie die hem jaren in haar greep hield. Hij was juist teruggetreden als hoofd van de afdeling psychiatrie, het voormalige Paviljoen 3. De depressie voerde hem tot de diepste wanen en bracht een klassiek jeugdtrauma boven.
Toen Kuiper werd geboren was zijn vader 55. Zijn orthodox-gereformeerde ouders leden ernstig onder de dood van het enig kind dat het paar eerder had. Achteraf analyserend heeft Kuiper zich altijd een „vervangingskind” gevoeld, vertelde hij tien jaar geleden in een documentaire. „Ik had geen contact met mijn vader en ging erg close om met mijn moeder, niet altijd op een gezonde manier. Het was een klassieke oedipale situatie.”