Andere vogels tijdens tuintelling door het warme weer
ZEIST. De relatief warme winter zal gevolgen hebben voor de resultaten van de tuinvogeltelling die Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland zaterdag en zondag organiseren.
De laatste weken waren de verschillen tussen Noord-Nederland (ijzel, vorst) en de rest van Nederland (zacht, wisselvallig) uitzonderlijk. Vogelbescherming verwacht die verschillen terug te zien in de tuinvogeltelling.
Er zouden volgens de natuurorganisatie bijvoorbeeld meer waarnemingen van de vink en de grote bonte specht in Noord-Nederland kunnen zijn doordat het daar koud is geweest. Deze soorten trekken bij koud weer uit de bossen naar de tuinen op zoek naar ‘gemakkelijk’ voedsel.
Voor de rest van Nederland geldt dat er voor vogels buiten de tuinen nog genoeg voedsel te vinden is. Daardoor zullen er dit jaar naar verwachting minder vogels geteld worden.
Vorig jaar zijn er ruim 40.000 tellingen ingestuurd, gemiddeld doen er zo’n 50.000 mensen mee aan de telling. De top 3 van gesignaleerde tuinvogels bestond vorig jaar uit huismus, koolmees en merel.
Door het warme weer zou het weleens kunnen dat vogels die normaal gesproken naar het zuiden trekken om te overwinteren, nu zijn gebleven. Albert de Jong van Sovon verwacht dat er bijvoorbeeld weleens tjiftjafs gezien zullen worden. Die trekken normaal gesproken naar Afrika of Zuid-Europa.
In ieder geval hebben mensen met voer in hun tuin meer kans om vogels te tellen dan degenen die niet voeren.