Wijzer worden vanuit de luie stoel
Steeds meer universiteiten, in Nederland en in het buitenland, bieden gratis colleges via internet aan. De cursussen bedienen een breed publiek: van studenten tot senioren. Wijzer worden vanuit de luie stoel is hip.
Een collegezaal, stoelen, studenten, een podium en een hoogleraar die zijn best doet om zijn gedeeltelijk geïnteresseerde publiek ingewikkelde leerstof bij te brengen. Het standaardbeeld van studeren aan een universiteit.
Maar het kan ook anders. Een huiskamer, een luie stoel en een laptop met internetverbinding. Log in op een van de vele websites waar digitale colleges op wetenschappelijk niveau worden aangeboden en kies je favoriete cursus. Studeer wanneer, waar en hoelang je wilt.
Het volgen van onlinecolleges heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Internationaal populaire websites als coursera.org en edx.org hebben een bijna onbeperkt aanbod aan cursussen, MOOC’s genoemd: ”massive open online courses”. Zelfs gerenommeerde Amerikaanse universiteiten als Harvard en Yale doen eraan mee. Ook Nederlandse universiteiten haken steeds meer aan.
Voor alle helderheid: het gaat niet om digitale colleges voor reguliere studenten op de universiteit –dat is een verhaal apart–, maar om onlinecursussen op wetenschappelijk niveau voor iedereen die wil.
Inspirerend
Prof. dr. Ernst ten Heuvelhof, hoogleraar bestuurskunde aan de Technische Universiteit Delft, verzorgt onlinecolleges voor een breed publiek. „Ik vind het een erg inspirerende vorm van lesgeven. Mijn eerste digitale college werd gevolgd door 17.000 deelnemers over de hele wereld. Een waanzinnig mooi aantal. Normaal sta ik voor een collegezaal met 150 tot 200 studenten. Er waren vooral veel deelnemers uit India en de Verenigde Staten.”
Online lesgeven vraagt andere vaardigheden van de docent, stelt de hoogleraar, tevens onderwijsdirecteur van de TU Delft Extension School, waar de universiteit haar digitale onderwijs ontwikkelt. „Als je voor een collegezaal staat, kijk je de studenten recht in de ogen. Je ziet of hun aandacht verslapt of dat ze juist op het puntje van hun stoel zitten. Dat heb je bij online lesgeven niet. Je staat voor een camera les te geven en ziet niemand.”
Wat dat betekent voor de docent? Ten Heuvelhof: „Je moet je college spic en span voorbereiden en zorgen voor veel afwisseling. Niet drie kwartier een verhaal afsteken, zoals in de collegezaal, maar gebruikmaken van filmpjes, een quiz, discussies en tussendoor wat vertellen.”
Geprikkeld
De deelnemers moeten voortdurend geprikkeld worden, benadrukt de Delftse hoogleraar. „Studenten in de collegezaal kijken uit verveling ook weleens naar buiten, maar na drie minuten richten ze hun aandacht weer op de man voor in de zaal, want die staat er niet voor niets. Iemand die thuis achter zijn laptop een college volgt, zapt weg als hij het niet boeiend vindt. Zeker omdat het gratis is.”
Ten Heuvelhof krijgt het „weleens benauwd” van de honderden mailtjes met vragen en opmerkingen die zijn onlinecolleges oproepen. „Ik kan ze natuurlijk onmogelijk allemaal beantwoorden. Dus wat doe ik? In het weekend selecteer ik uit de mailtjes de meestgestelde vragen. Die beantwoord ik in een filmpje, dat ik op maandagmorgen online zet. En wat zie ik? Dat studenten de andere vragen, die ik laat liggen, aan elkaar gaan beantwoorden. Er ontstaat dus een enorme interactie.”
Krijgen de onlinecolleges voor het brede publiek ook een plek in het reguliere onderwijs op de universiteit? Ten Heuvelhof: „Dat is een gevoelig punt. Het gebeurt wel, maar weinig. Je zit met de toelatingseisen. Iemand die aan een universiteit wil studeren, moet een vwo-diploma hebben. Dat geldt niet voor de deelnemers aan een onlinecollege. Bovendien is de toetsing van de leerstof een probleem. Hoe ga je dat doen?”
Mengvormen
Toch ziet de hoogleraar wel mogelijkheden voor mengvormen. „Elke hoogleraar gebruikt sowieso onderdelen van zijn onlinecolleges voor het onderwijs in de collegezaal, en andersom. Daarnaast onderzoekt de TU Delft de mogelijkheden om de digitale cursussen van andere universiteiten met dezelfde kwaliteit, een plek te geven in haar onderwijs. Studenten krijgen daardoor meer keus. Als ze een onlinecollege elders hebben gevolgd, zouden ze dat kunnen aangeven bij hun hoogleraar in Delft en vragen of ze over die leerstof een tentamen mogen doen of paper mogen schrijven. Daar kunnen ze dan ook studiepunten voor krijgen.”
”Blended learning”, de combinatie van traditioneel en digitaal onderwijs, is de nieuwe trend op universiteiten, zegt Ten Heuvelhof. „Filmpjes waarin moeilijke leerstof begrijpelijk wordt uitgelegd, doen het goed. Studenten bekijken ze soms wel vijf keer. Niet alleen thuis, maar ook op hun iPhone terwijl ze op de bus staan te wachten.”
Kanttekenaar voor de camera
Wetenschap van een hoog niveau beschikbaar stellen aan een breed publiek. Dat is het doel van de Universiteit van Nederland (UvNL), opgericht in 2013. De naam kan een misverstand oproepen. De universiteit heeft geen gebouw met collegezalen, maar is een stichting die digitaal colleges aanbiedt.
„We zijn een platform voor alle universiteiten in Nederland waar de beste hoogleraren lesgeven”, zegt Roel Bellinga, directeur van de UvNL. „Vergelijk het met bol.com, dat allerlei aanbieders van producten een plek geeft.”
De hoogleraren worden benaderd nadat hun naam meerdere keren is genoemd door (oud-)studenten. Bellinga: „Dat is meestal een garantie dat we met een bevlogen docent te maken hebben, die een onuitwisbare indruk nalaat bij zijn publiek. Zulke mensen zoeken wij. Ze moeten in een kwartier zware lesstof op een begrijpelijke manier kunnen uitleggen.”
De colleges worden met de camera opgenomen in een nachtclub in Amsterdam. Bellinga: „We nemen er vijf per avond over hetzelfde onderwerp op. Ze worden door één hoogleraar gegeven. Vervolgens zenden we de cursussen van maandag tot en met vrijdag via YouTube uit. Ze staan ’s avonds om halfnegen online.”
Bij de opnames is publiek aanwezig. Bellinga: „Een kaartje kost 10 euro. Per keer kunnen we 200 bezoekers kwijt. Sommige hoogleraren zijn zulke publiekstrekkers dat hun colleges weken van tevoren al zijn uitverkocht.”
De onderwerpen komen uit de brede wetenschappelijke wereld. „Van arbeidsrecht tot nanotechnologie, en van plastische chirurgie tot sterrenkunde”, zegt Bellinga. „We richten ons vooral op de leeftijdsgroep tot 35 jaar. Daarnaast zien we een piek in de belangstelling bij 65-plussers.”
Laagdrempelig
De titels van de colleges zijn laagdrempelig. Een greep uit het aanbod: Hoe meet je hoe gelukkig je bent? Wat is het verschil tussen Polen en Marokkanen? Ga je anders praten als je veel tv-kijkt? Waarom hebben we eigenlijk huisdieren? En: Bestaat de ideale afslankpil? Onder de hoogleraren zitten bekende namen: Beatrice de Graaf (over terrorisme), Paul Cliteur (over religie) en Eugène Sutorius (over retorica).
Het lukt de UvNL tot nu toe de begroting sluitend te krijgen, zegt Bellinga. „We werken met lage budgetten en worden gesponsord door bedrijven als Ziggo, Shell en Deloitte en universiteiten in Amsterdam, Nijmegen en Utrecht. Onze mediapartners zijn de Volkskrant en nu.nl. De omroepbedrijven NPO en AT5 zijn geen partners, maar bieden onze cursussen wel aan.”
Over de belangstelling is de directeur tevreden. „Op het moment van de uitzending via YouTube hebben we soms niet meer dan enkele duizenden kijkers, maar een item kan door de actualiteit later ineens ontploffen. Dat gebeurde bij de colleges over het vluchtelingenvraagstuk. De colleges van Erik Scherder over psychologie zijn zelfs al meer dan 1 miljoen keer bekeken.”
www.universiteitvannederland.nl
Bestaat de ideale afslankpil?
Ondanks zijn leeftijd, 66, is dr. Piet van Midden volop actief met digitale colleges. Hij doceert Hebreeuws aan Tilburg University. „Mijn vak is voor veel studenten hikken en slikken. In de collegezaal snappen ze wat ik uitleg, thuis vaak niet meer. Elk jaar loop ik tegen dezelfde vragen aan. Daarom heb ik video’s gemaakt waarin ik veelvoorkomende taalkundige problemen nogmaals behandel. Studenten kunnen deze video’s op elk gewenst moment bekijken, zelfs voordat ik de lesstof in de collegezaal aan de orde stel.”
Iedereen kan met de digitale colleges meekijken. Dr. Van Midden: „Je kunt de cursus zonder begeleiding volgen. Het enige wat je dan moet doen, is een boek kopen. Dat kost 25 euro. De rest is gratis. Tilburg is wat dat betreft een heerlijke universiteit. En de resultaten van mijn video’s zijn verbluffend. In het verleden haalde slechts 50 procent van de studenten het eindtentamen Hebreeuws. Nu is dat 90 procent.”
Bijbeltekst
Dr. Van Midden, emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland, is nog op een andere manier actief met digitale colleges. „Elke dag zet ik een college online, waarin ik een Bijbeltekst bespreek. Ik lees die in het Hebreeuws voor, geef de vertaling in het Nederlands en ga in op allerlei vragen en problemen waar vertalers tegen aanlopen. Eigenlijk doe ik vooral wat de Statenvertalers in de kanttekeningen doen.”
De docent, die met zijn initiatief recent de onderwijsvernieuwingsprijs van de Tilburgse universiteit won, noemt zijn colleges ”efemeriden” of ”qiqajoniem”. „Dat laatste is het Hebreeuwse woord voor eendagsvlieg. Elke werkdag om 7.00 uur staat het college online. Het duurt maximaal tien minuten. Er zijn op dit moment 522 deelnemers: van geïnteresseerde kerkmensen tot predikanten, en van rooms-katholieken tot leden van de Gereformeerde Gemeenten.”
Afstandelijk, zo’n manier van lesgeven? Dr. Van Midden: „Absoluut niet. Ik krijg bijna dagelijks mailtjes met vragen en opmerkingen. Vorige maand overleed mijn moeder. Toen was ik even niet in de gelegenheid om de colleges ’s ochtends al online te zetten. Ik meldde dat aan de cursisten en kreeg 200 condoleances van de op dat moment 450 deelnemers. Dat is een heel hoge score.”
Nieuwe deelnemers kunnen een mailtje sturen naar dr. Piet van Midden (p.j.vanmidden@uvt.nl). Ze krijgen daarna de internetlink toegestuurd die toegang geeft tot de colleges.
Internationaal aanbod
Nederlandse universiteiten bieden hun onlinecolleges aan via hun eigen website. Daarnaast zijn er enkele internationale internetsites die veel worden geraadpleegd voor zogeheten MOOC’s: ”massive open online courses”.
Coursera.org is een van de grootste: rond de 10 miljoen gebruikers, 750 cursussen en ruim 100 deelnemende universiteiten. Alle cursussen zijn gratis. Deelnemers kunnen tegen betaling een certificaat behalen, nadat ze het eindexamen, via de webcam, succesvol hebben afgerond.
Edx.org is een initiatief van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en de Harvard University in Amerika. Alle cursussen, ongeveer 250, zijn gratis. Er zijn ruim 2,5 miljoen gebruikers.
Udacity.com biedt vooral onlinecolleges op het gebied van ict, programmeren, wiskunde en bedrijfskunde. Sommige cursussen zijn gratis, andere niet.
Voor- en nadelen
Het volgen van digitale colleges heeft voor- en nadelen.
Voordelen
l De meeste cursussen zijn gratis.
l Je studeert op het moment dat je zelf wilt.
l Je hoeft er de deur niet voor uit.
l De beste hoogleraren geven les.
l Inschrijven bij een universiteit is niet nodig.
l Er wordt niet gevraagd naar vooropleiding.
l Het aanbod aan cursussen bestrijkt alle wetenschappelijke disciplines.
l Online studeren is ideaal voor mensen die al werken en hun vakkennis willen bijspijkeren of uit interesse zich ergens in willen verdiepen.
Nadelen
l Online studeren is een eenzaam gebeuren; er is niemand die je stimuleert, corrigeert of controleert.
l Weinig deelnemers maken de cursus waar ze aan zijn begonnen daadwerkelijk af.
l Studenten krijgen van hun universiteit vaak geen studiepunten voor de colleges die ze online volgen.