„Auto niet afpakken na overtreding”
Excessieve snelheidsovertredingen moeten niet meer worden bestraft met inbeslagneming van de auto. De financiële gevolgen van deze straf staan niet in verhouding tot de ernst van het delict.
Dat stelt het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie. Volgens het onderzoek is de straf te zwaar en niet nuttig. Het rapport is een evaluatie van de wijzigingen in de Wegenverkeerswet uit 1998.
In vrijwel alle gevallen beslist de rechter dat de automobilist zijn voertuig terugkrijgt. De auto is bijna altijd meer waard dan de maximale boete, die 2000 euro bedraagt.
Uit het onderzoek blijkt dat 34 procent van de veroordeelde verkeersdelinquenten binnen vijf jaar opnieuw in de fout gaat. Gemiddeld hebben de veroordeelden in die periode twee nieuwe verkeersdelicten gepleegd. Maar per type delict zijn de verschillen groot. Mensen die zijn betrapt op onverzekerd rijden, gaan veel vaker opnieuw in de fout dan personen die onder invloed hebben gereden (41 tegen 28 procent).
De onderzoekers vinden dat de recidivetermijn voor ernstige verkeersovertredingen moet worden verlengd. Overtredingen die administratief zijn afgedaan, moeten ook kunnen meewegen bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van recidive.
De WODC-deskundigen vinden het geen goed idee om roekeloosheid als strafverzwarende omstandigheid aan de wet toe te voegen. De onderzoeksgegevens en de ervaring met de rechtspraktijk geven daartoe geen aanleiding. Bij de Tweede Kamer ligt momenteel een wetsvoorstel om dat wel te doen.