Wintervakantie zit in het dal
DEN HAAG (ANP). Nederlanders gaan de laatste winters steeds minder vaak op vakantie in het buitenland. Vorige winter gingen 4,2 miljoen Nederlanders naar het buitenland, meldde het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) woensdag. Het jaar ervoor waren het 4,8 miljoen Nederlanders, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De daling komt door de economische crisis van de afgelopen jaren. In de winter van 2009, toen de malaise net was begonnen, vierden 5,6 miljoen Nederlanders vakantie in het buitenland. Volgens het CBS gaan mensen nog altijd graag op vakantie. We vinden de zomervakantie belangrijker en zijn daarom eerder bereid op de winterse reis te bezuinigen. „Wintersport is net iets duurder dan een zomervakantie. En in de zomer kan je met caravan of tent op stap”, aldus het CBS.
Cijfers voor de huidige winterperiode zijn er nog niet. Het NBTC verwacht dat het aantal vakantiegangers weer stijgt als de economie verder uit het dal kruipt.
Volgens het CBS ging bijna 20 procent van de Nederlanders in de winter van 2013 op 2014 naar de sneeuw. Zo’n 15 procent zocht juist zon en strand op. Bijna 20 procent ging op reis om steden en cultuur op te snuiven. Verder maakte 9 procent een rondreis, bracht 7 procent een bezoek aan vrienden en familie in het buitenland en maakte 5 procent een actieve vakantie met wandelen, fietsen en klimmen.
Een gemiddelde sneeuwvakantie kostte 669 euro, een vakantie op het strand kostte bijna 200 euro meer. Mensen gaan vooral met de auto naar de sneeuw en met het vliegtuig naar de zon. Oostenrijk is de favoriete bestemming om te skiën of te snowboarden, Spanje is al jaren in trek om in de zon te overwinteren.
Bij de cijfers gaat het om lange vakanties, van minstens vier overnachtingen. Een dagje winkelen in Antwerpen met een nacht in een hotel, of een weekendje weg zijn bijvoorbeeld niet meegenomen. Het winterseizoen begint op 1 oktober en duurt tot en met de meivakantie (eind april, begin mei).