Dijkgraaf (SGP): De oorlog om de eenverdiener willen we winnen
De eenverdiener én het Centraal Planbureau: beide speelden de afgelopen weken een hoofdrol in het debat over het belastingplan. CPB-directeur Laura van Geest: „Ik had liever gezien dat het principiële debat gevoerd was over de vraag of eenverdieners iets extra’s moeten krijgen, dan over ons banencijfer.”
Even leek het ervan te komen: dat na jaren waarin eenverdieners eenzaam zaten in de hoek waar de grootste klappen in de koopkracht vielen, er eindelijk eens wat posi-tiefs stond te gebeuren rond de fiscaal zo benadeelde kostwinner. Zeker toen op 11 november CDA, CU en SGP elkaar vonden in een gezamenlijk voorstel voor de coalitie, waarin de eenverdiener tegemoet zou worden gekomen in ruil voor hun steun aan het belastingplan.
Het liep anders. Juist de eenverdiener bleek uiteindelijk hét breekpunt voor de christelijke steun aan het kabinetsvoornemen om voor 5 miljard euro de lasten te verlichten. Een SGP-amendement, dat eenverdieners een paar honderd euro belastingkorting terug zou geven die hun sinds 2009 stap voor stap was afgenomen, kreeg van het CPB een dikke onvoldoende op het punt van werkgelegenheid. „Het amendement van de leden van de fractie van de SGP leidt structureel tot een daling van de werkgelegenheid met 35.000 banen. Dat is niet aanvaardbaar voor het kabinet”, klonk het uit de mond van Wiebes. En daarmee was het klaar.
Nu het belastingplan op het punt staat aangenomen te worden –met steun van CDA en D66 in de Eerste Kamer– spreekt CPB-directeur Laura van Geest (53) zich uit over de kritiek die ‘haar’ planbureau kreeg in zowel de media als in het parlement vanwege de behandeling van het SGP-voorstel in de CPB-modellen. Terwijl de staatkundig gereformeerden de heffingskorting voor de niet-werkende partner (die stapsgewijs wordt afgebouwd naar nul in 2028) volgend jaar slechts eenmalig met ruim 500 euro wilden verhogen, pinde het CPB de heffingskorting tot 2040 vast op dat eenmalig hogere niveau.
Daardoor waren de werkgelegenheidseffecten extreem veel negatiever dan in werkelijkheid het geval zou zijn geweest. Waarom deed u dat?
„De stapsgewijze afbouw van de heffingskorting is in 2009 ingezet volgens een consistent pad. Als politici vervolgens aan zo’n pad gaan sleutelen, dan nemen we de effecten daarvan alleen mee als er sprake blijft van een bestendige ontwikkeling. Dat was door het SGP-voorstel niet langer het geval. De ingezette beleidslijn werd rigoureus veranderd door de heffingskorting in 2016 een zwieper omhoog te geven. Daardoor was er in onze ogen geen sprake meer van een consistente lijn. Op zo’n moment zeggen we in onze berekeningen: wat er ná deze kabinetsperiode gebeurt, daar anticiperen we niet meer op. Let wel: wij zeggen dus niet dat de heffingskorting in werkelijkheid na 2016 niet zal gaan dalen, alleen rekenen wij daar dan niet meer mee.”
Is het daarmee niet haast ondoenlijk geworden om ooit nog iets positiefs te doen met de overdraagbare heffingskorting?
„Waarom? Dat zijn toch gewoon keuzes die politici kunnen maken?”
Iedere beweging omhoog, hoe beperkt ook, leidt door die methode tot een verwoestend banencijfer in uw model. Zelfs een eenmalige verhoging met 1 euro kost op deze manier maar liefst 21.000 banen.
„Als politici om alleenverdieners tegemoet te komen besluiten om de overdraagbare heffingskorting toch niet af te schaffen of zelfs te verhogen, dan mag ik toch aannemen dat zij vinden dat de baten daarvan opwegen tegen de kosten in termen van werkgelegenheid? Overigens had ik zelf liever gezien dat het principiële debat gegaan was over de vraag of eenverdieners wel of niet iets extra’s moeten krijgen, in plaats van over dit banencijfer. Dit soort spelregels hebben wij echter ingevoerd om te voorkomen dat politici met plannen komen waarin voor burgers op korte termijn allerlei leuks zit, terwijl de lasten worden doorgeschoven naar de toekomst. Politici zeggen wel graag debatten te voeren over principes, maar als ze bij ons voorstellen indienen om door te rekenen, dan blijken ze opeens óók bijzonder goed in pragmatiek. Waar het ons om gaat, is dat burgers een fair beeld krijgen van wat er gebeurt.”
Staatssecretaris Wiebes riep met uw cijfers in de hand dat het belastingplan 35.000 banen creëert die we „nu” zo hard nodig hebben vanwege de hoge werkloosheid. Terwijl het in werkelijkheid niet gaat om 35.000 banen, maar om 35.000 burgers die op langere termijn extra naar werk zullen zoeken. Het effect op de werkloosheid is in 2016 zelfs nul. Is dat dan een fair beeld voor burgers?
„De staatssecretaris gaat over zijn eigen woorden. Wij leveren onze analyse. Wat politici daarmee doen, is aan hen. Het enige wat ik kan zeggen, is dat je debatten kunt voeren over principes óf over getallen. En dat schiet vaak pragmatisch heen en weer, afhankelijk van wat politici goed uitkomt. Ik zie mijzelf echter niet als een recensent die aan moet geven wie er in het debat het deugdelijkst omgaat met onze cijfers.”
Zou u niet meer kunnen benadrukken dat uw cijfers gaan over extra arbeidsaanbod, en niet over extra banen?
„In onze beleving zit daar op de langere termijn geen verschil tussen, omdat de vraag naar arbeid en het aanbod ervan dan met elkaar in evenwicht zijn.”
Hoe realistisch is die aanname, nu er ruim 600.000 Nederlanders werkloos zijn en steeds vaker de vraag klinkt of, met de trend van “robotisering” voor de deur, er straks nog wel werk is voor iedereen?
„Dat we nu een hoge werkloosheid hebben, is inderdaad een nuance. Juist daarom geven we ook regelmatig inzicht in de kortetermijn-effecten van beleid. Ik heb op dit moment echter geen aanleiding om te denken dat ons model geen adequaat beeld geeft van wat zich af gaat spelen. Ik verwacht geen baanloze toekomst. Als je een crisis hebt gehad zoals die in 2008, gevolgd door een eurocrisis in 2012, die tezamen een ongekende klap voor de Nederlandse economie hebben teweeggebracht, dan is het heel normaal dat het herstel op de arbeidsmarkt tijd kost. Wij blijven van mening dat de mensen die nu zonder baan zitten, straks weer werk zullen vinden. Al kan dat werk er weleens heel anders uitzien dan nu.”
Sinds een jaar maakt het CPB voor zijn analyses voor de langere termijn (die reiken tot 2040) gebruik van een nieuw model dat Micsim heet. Het is gebaseerd op hoe Nederlanders de afgelopen jaren daadwerkelijk reageerden op financiële prikkels. Wat dat model leert, is dat politici die de arbeidsparticipatie –die de afgelopen jaren al fors steeg– nóg verder willen vergroten, veel van stal moeten halen. Een gewone belastingverlaging beïnvloedt de participatie nauwelijks nog. Alleen door gericht te prikkelen bij bepaalde groepen valt er nog ‘winst’ te behalen, zoals bij vrouwen met jonge kinderen.
De minstverdienende partner die 20.000 euro verdient in een tweeverdienersgezin met kinderen betaalt in 2016 nog slechts 1 euro belasting. Terwijl kostwinners zó zwaar belast worden dat ze inmiddels gelden als een risicogroep. Zijn de effecten van financiële prikkels niet zó klein geworden, en de verschillen tussen groepen zo groot, dat we maar eens moesten stoppen met dat geprikkel?
„Het leveren van een model is niet hetzelfde als zeggen dat je daar ook wat mee moet dóén. Of we meer arbeidsaanbod moeten willen, is niet aan ons. Wij bieden slechts het model dat aangrijpingspunten biedt voor hoe je dat doel kunt bereiken. Of het ook wenselijk is, bepaalt de politiek, met aan de ene kant de SGP en aan de andere kant partijen die economische zelfstandigheid van vrouwen belangrijk vinden. In de praktijk zetten veel partijen wel een accent op arbeidsparticipatie. En omdat daar vraag naar is, hebben wij er een model voor. Maar dat is iets anders dan dat wij menen dat arbeidsparticipatie hét doel is in het leven.”
Het model heeft geen moraal.
„Nee, het is techniek.”
Maar zou u het model niet op zijn minst completer kunnen maken? Door bijvoorbeeld ook vrijwilligerswerk en mantelzorg een rol te geven. Zodat niet alleen aan betaalde arbeid waarde wordt gehecht?
„Je kunt niet alles in één model stoppen. Dan raak je zeker de weg kwijt. En dit is trouwens ook geen typische CPB-afwijking. Wij volgen internationale rekenregels. Bovendien focussen we heus niet alléén op arbeidsparticipatie. Neem nog even die eenverdiener. In onze koopkrachtplaatjes is ook die groep opgenomen. Partijen die eenverdieners belangrijk vinden, worden dus bediend. Daarnaast staan arbeidsparticipatie en vrijwilligerswerk of mantelzorg niet altijd tegenover elkaar. Een van de opmerkelijk punten uit een recent SCP-onderzoek was dat de totale tijd die besteed wordt aan betaald werk en zorgtaken bij vrouwen iets lager ligt dan bij mannen. Mij verraste dat wel. Het beeld dat ik had was toch: vrouwen werken in deeltijd en hebben óók nog eens al die zorgtaken, terwijl mannen na werktijd alleen maar voor de tv zitten. Al is dat laatste misschien niet van toepassing op uw achterban. Daar lezen ze wellicht nog eens een keer nadrukkelijk de preek. De taken worden in het huishouden verdeeld, waarbij het aantal echt vrije uren in een week bij vrouwen dus gemiddeld nog nét wat groter is dan bij mannen.”
Die uren kunnen we dus nog ‘benutten’?
„Dat zeg ik niet. Maar het suggereert wel dat de enorm gegroeide arbeidsparticipatie van vrouwen hanteerbaar was, ook omdat het veelal gaat om deeltijdwerk. En het is natuurlijk ook niet zo dat iedere eenverdiener een partner heeft die al zijn tijd aan mantelzorg of vrijwilligerswerk besteedt.”
Eenverdieners prikkelen door hen zwaarder te belasten, is in uw model ook effectief. Maar uit onderzoek van Maurice de Hond blijkt dat drie op de vier eenverdienersgezinnen, bijvoorbeeld vanwege ziekte of handicap, nooit tweeverdieners kúnnen worden.
„Ons model is gebaseerd op een aanzienlijk grotere steekproef dan die van meneer De Hond. Ik wil aan zijn onderzoek niets afdoen, maar wij hebben toch wel wat meer datapunten. Bovendien is ons model gebaseerd op wat mensen in werkelijkheid doen. Dat is wat anders dan met een kleine steekproef via een enquête een beeld schetsen.”
„Deze slag is verloren, maar de oorlog willen we winnen”
Het belastingplan lijkt dinsdag de eindstreep te halen in de Eerste Kamer, maar voor het eerst gebeurt dat zónder de steun van de SGP. Hoe kijkt SGP-Kamerlid Dijkgraaf terug op de onderhandelingen?
Het belastingplan redt het, maar zonder steun van de SGP. Jammer?
„Voor eenverdieners absoluut. Voor het eerst hadden we op dit thema de steun van veel partijen, zelfs van een meerderheid in de Eerste Kamer. De afgelopen jaren hebben we de onrechtvaardige behandeling van de 1 miljoen eenverdieners regelmatig aan de orde gesteld. Toen stonden we nagenoeg alleen. Jammer dus dat we er nu niet in geslaagd zijn echt een stap te zetten. We waren er dichtbij.”
Hoe kijkt u terug op de onderhandelingen in de afgelopen maanden?
„Die waren intensief, maar verliepen met staatssecretaris Wiebes steeds in een goede sfeer. Wij hebben vooral ons best gedaan een voorstel te krijgen dat gesteund kon worden door CU en CDA. Met name die laatste partij was cruciaal, omdat het CDA in een spilpositie zat. Uiteindelijk lag er een plan dat ook zij steunden.”
Het CDA, dat eerder aan de basis stond van de afbouw van de overdraagbare heffingskorting, nam het nu dus ook op voor de eenverdiener. Zij maakten hier echter geen breekpunt van.
„Helaas niet, want juist het CDA bepaalde de keuzemogelijkheden van het kabinet. Dat kon met de drie christelijke partijen zakendoen, óf met CDA en D66. Het CDA liet de zaak open, waardoor uiteindelijk een deal met D66 mogelijk werd. Als het CDA gekozen had om alleen met ons zaken te doen, dan had het kabinet geen kant op gekund.”
Vindt u dat het kabinet de CPB-doorrekening van uw voorstel om eenverdieners tegemoet te komen heeft misbruikt?
„Voor iedereen was duidelijk dat de CPB-doorrekening, die aangaf dat ons voorstel 35.000 banen zou kosten, niet klopte met ons letterlijke voorstel. Het CPB rekende alsof ons voorstel elk jaar herhaald zou worden. Het kabinet had dus alle ruimte om die doorrekening te relativeren. Maar blijkbaar kwam men er liever uit met D66.”
Her en der klinkt de vraag: heeft de SGP niet overvraagd?
„Zelf vroegen wij ons juist af of we niet met te weinig kwamen. De kloof tussen een- en tweeverdieners bedraagt 8000 tot 10.000 euro. Wij repareerden daarvan ‘slechts’ 520 euro. Tijdens de onderhandelingen leverden we in op ons oorspronkelijke voorstel, maar in onderhandelingen moet je ook bereid zijn niet-essentiële punten op te geven als dat de kans vergroot dat je juist je essentiële punten binnenhaalt. Maar je moet niet zover gaan dat je uiteindelijk drie keer niks hebt. De tegenvoorstellen van het kabinet kwamen niet verder dan een tientje per maand voor 2016, terwijl er niks werd gedaan aan de kloof. We hebben nooit de politieke wil ervaren om ons écht tegemoet te komen.”
Met een beperktere eis was er nu wellicht minder geld naar kinderopvang gegaan, meer geld naar kinderbijslag en had de afbouw van de heffingskorting wellicht wat trager gekund.
„Dat klopt, maar dat verandert helemaal niks aan de onrechtvaardige behandeling van de eenverdiener. Integendeel, voor een fooi aan extra koopkracht geef je dan zelfs actief steun aan het nóg groter maken van de kloof. Iedere toekomstige coalitie weet nu dat er een ondergrens is als je met de SGP zaken wilt doen: er moet écht wat gebeuren aan de kloof tussen een- en tweeverdieners.”
Ook eenverdieners profiteren in 2016 van de lastenverlichting. Heeft u dat nog doen neigen naar steun?
„Het is natuurlijk goed dat er lastenverlichting komt. Maar het is geen gratis geld. Als je het nu op deze manier in het belastingplan zet, is het geld wel weg. Ook eenverdieners gaan er volgend jaar gelukkig op vooruit. Maar er was een oplossing te vinden waarbij de verdeling veel rechtvaardiger was. Nu profiteren tweeverdieners fors meer, terwijl ze dat al vele jaren doen. Voor eenverdieners was het beter geweest om desnoods in een volgend belastingplan wél een betere oplossing te krijgen. Maar het smeergeld daarvoor is nu weg.”
Wiebes stelde deze week dat het punt van de eenverdiener, hoewel hij er zelf niets mee gaat doen, nu wél op de kaart staat. Koestert u nog verwachtingen?
„We hebben deze slag verloren, maar soms is zo’n verlies nodig om de oorlog te winnen. Dat zal niet makkelijk zijn. Zeker niet als het kabinet blijft hechten aan een rigide interpretatie van de CPB-modellen en betaald werk hét mantra blijft. Maar men weet nu dat het de SGP ernst is. Wij willen écht een rechtvaardiger belastingstelsel.”