Zestien en zwanger: trouwen mag niet
DE MEERN. De wet is nog geen maand oud, maar een eerste praktijkgeval is al bekend. Een meisje van 16 mailde het gemeentehuis: Ik ben zwanger en wil een trouwdatum afspreken. Per omgaande kwam er reactie: Trouwen voor je 18e mag niet meer. „Pastorale begeleiding in deze situatie is onmisbaar”, zegt ds. L. Terlouw uit De Meern.
Aan de mogelijkheid voor 16- of 17-jarige meisjes die zwanger zijn om als minderjarige in het huwelijk te treden, kwam op 5 december een einde. Toen trad de Wet tegengaan huwelijksdwang in werking. „Daar wisten we niets van”, zegt een familielid van het meisje onthutst. „En toen ik er op ons eigen gemeentehuis naar vroeg, bleek dit helemaal niet bekend te zijn.”
De nieuwe wet bepaalt dat in het buitenland gesloten huwelijken met minderjarige partners pas worden erkend als de beide partners minimaal 18 jaar zijn. Hiermee wil het kabinet het uithuwelijken van jonge meisjes tegengaan. Daarmee ging echter ook een streep door de uitzonderingen die eerder konden worden gemaakt voor minderjarigen. Zij konden trouwen als ouders of voogden toestemming gaven. Als iemand nog geen 16 was, was ook permissie van de overheid vereist.
Aanvankelijk wilde het kabinet één uitzondering handhaven: een 16- of 17-jarig meisje kon door de rechter meerderjarig worden verklaard omdat ze haar kind wil opvoeden en verzorgen. Later schrapte staatssecretaris Teeven die clausule echter, omdat hij het twijfelachtig vond of minderjarigen de gevolgen van hun handelen kunnen overzien. Pogingen van de ChristenUnie de uitzondering overeind te houden, kregen slechts steun van de SGP en Kamerlid Bontes.
„Als een huwelijk wettelijk onder de 18 verboden is, zal de kerk zich hieraan conformeren, hoe moeilijk dit in sommige situaties ook kan zijn”, reageert ds. Terlouw, docent poimeniek (pastoraat) aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten. „Een huwelijk kerkelijk bevestigen zonder een burgerlijk huwelijk mag wettelijk niet. Samenwonen is tegen Gods Woord.
Als een meisje op jonge leeftijd in verwachting raakt, is dit een gevolg van zondig vooruitgrijpen op het huwelijk. In de opvoeding mag hier wel voortdurend op gewezen worden. Mijn vrees is dat ouders soms onvoldoende weten waar hun kinderen mee bezig zijn.”
Als er sprake is van een zwangerschap, moet de kerk bezien of er voldoende basis is voor een huwelijk, zegt ds. Terlouw. „Zo niet, dan mag de kerk daaraan niet meewerken, want het gevolg zou zijn dat op de zonde van het vooruitgrijpen op het huwelijk de zonde van een scheiding volgt. Voor een goede basis is nodig dat men elkaar voldoende kent en dat men samen wil buigen onder Gods Woord. Dit vraagt tijd. Soms wordt jonge mensen dan ook geadviseerd pas te trouwen nadat het kindje geboren is.”
Dat laatste is nu de enige mogelijkheid als iemand nog geen 18 is. „De jongeren blijven dus bij hun ouders wonen en werken aan de basis voor hun huwelijk. Pastorale begeleiding is onmisbaar en zal meer inspanning van kerkenraden vragen.”
Voor het bedienen van de doop is het noodzakelijk dat de jongeren belijdenis hebben gedaan, stelt ds. Terlouw. „De kerk is verplicht hier niet overhaast stappen te zetten. Grondig onderwijs in Gods Woord en gesprekken over leer en leven zijn noodzakelijk. De ouders beloven bij de doop voor Gods aangezicht hun kind te zullen onderwijzen in Gods Woord, in de leer der zaligheid. Ze moeten dan zelf wel weten waar het over en om gaat. Is een meisje van 16 jaar op dit moment in verwachting, dan betekent dit dat ze pas het volgende seizoen naar de belijdeniscatechisatie kan en de doop pas medio 2017 kan plaatsvinden. Dat het kind alvast wordt gedoopt, waarbij de ouders van het meisje het jawoord uitspreken, heeft zeker niet de voorkeur als de jonge mensen toch komen tot een huwelijk. Ook in dezen wordt duidelijk dat zonden bittere gevolgen hebben.”
Eerste Kamerlid Bikker van de ChristenUnie zegt dat haar partij in de Tweede Kamer heeft geprobeerd om een uitzondering mogelijk te maken. „Maar daar blijkt helaas geen meerderheid voor te vinden. Belangrijk argument is daarbij dat als Nederland zelf uitzonderingen toestaat dan ook geen drempel bestaat tegen huwelijken met minderjarigen die uit het buitenland komen. Dat plaatste ons voor een lastige afweging. Wij wilden de uitzondering voor precies de situatie die nu in het Reformatorisch Dagblad staat, maar wensen niet de deur te openen voor huwelijksdwang door kindhuwelijken van bijvoorbeeld jonge Syrische meisjes met volwassen mannen. Die situatie kwam tot de wet in werking trad met enige regelmaat voor. De Eerste Kamer heeft geen recht van amendement en kan een wet niet aanpassen. Uiteindelijk is unaniem ingestemd, waarbij ik het blijf betreuren dat de uitzondering niet kon worden gemaakt.”