In Nederland schrijven jaarlijks tussen de 750 en de 1000 nieuwe kappers zich in bij de Kamer van Koophandel, zegt Gert-Jan Deben, manager belangenbehartiging bij de Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie (ANKO). De meeste nieuwkomers zijn alleen werkende ambulante kappers of kappers aan huis met een omzet van minder dan 10.000 euro.

Door deze ontwikkeling ontstaat een ongelijke marktsituatie ten opzichte van de kappers met personeel, gevestigd in bedrijfspanden, vindt de ANKO. „Die kleintjes werken vaak vanuit een garagebox of een woonkamer”, aldus Deben. „Daardoor omzeilen ze allerlei gemeentelijke belastingen en heffingen, die de kapsalons met personeel wél moeten betalen. Dit is ongelijke concurrentie.”

Ook in Goes groeit het aantal bijverdienstekappers, zegt Deben. De ANKO is voorstander van een actief gemeentelijk vestigings­beleid waardoor de ongebreidelde groei tot staan wordt gebracht en gemeenten weten hoeveel kappers er gevestigd zijn.

„Concurrentie is prima, maar dan wel graag op basis van gelijke marktomstandigheden. Omdat veel alleen werkende kappers door het ontlopen van zowel die heffingen als de verplichte winkelsluitingstijden een gunstiger kostenplaatje hebben, ontbreekt dat gelijke speelveld en dreigt het mooie winkelambacht van kapper te verdwijnen.”

De ANKO heeft het samen met aangesloten leden voor elkaar gekregen dat de problematiek in circa dertig gemeenten op de politieke agenda is geplaatst. Dat zou in Goes ook moeten gebeuren. „Behoud van de vertrouwde kapsalon met personeel en leerling-werkplaatsen is belangrijk voor de lokale werkgelegenheid, het voorkomen van leegstand en de leefbaarheid van winkelgebieden. Ze dragen hun steentje bij aan de continuïteit van onze branche.”

De wildgroei wordt veroorzaakt doordat iedereen zich, met een minimum aan investeringen, als kapper mag vestigen. „Je hoeft alleen maar een paar stoelen neer te zetten en een sticker met je 06-nummer op je auto te plakken. Kapper is geen beschermd beroep.”

Uit cijfers blijkt dat het aantal kappers per 1000 inwoners in 
Nederland gemiddeld 1,25 bedraagt. In Goes is dat aantal bijna 2 (1,95) per 1000 inwoners. „In een aantal gemeenten is een kappersstop afgekondigd”, weet René van de Velde. Hij heeft sinds bijna 25 jaar een kapsalon in Goes.

Van de Velde sluit niet uit dat er door de toenemende concurrentie straks alleen nog eenmanszaken en franchisevestigingen van landelijke ketens in Goes overblijven. „Het aanbod van afgestudeerde kappers is hier fors. Goes heeft een grote kappersopleiding en je ziet velen voor zichzelf beginnen. Maar als de groei aanhoudt, is er straks geen werk meer voor hen.”

Goesenaar Ko Bruggeman (76) is sinds 24 jaar klant bij René van de Velde. „Zo veel kappers in zo’n klein stadje als Goes, ik vind het maar niks. Het is overdreven, we zijn toch geen wereldstad? De meeste zijn eendagsvliegen.”

Het gemeentebestuur is niet van plan de wildgroei aan kappers­zaken te beteugelen. „Wij hebben geen vestigingsbeleid met betrekking tot kappers. Het kappersvak is een vrij beroep”, zegt woordvoerster Joke Boel.

Deben: „Die reactie is typerend. De overheid, ook de lokale, heeft een verantwoordelijkheid om te zorgen voor eerlijke concurrentie. Het moge duidelijk zijn dat de ANKO niet tegen alleen werkende kappers is, maar wel tegen oneerlijke concurrentie.”