Sinds de aanslagen in januari in Parijs heeft de DSI, die bestaat uit medewerkers van zowel defensie als politie, van de politiek de opdracht gekregen zich te versterken. Na de laatste reeks aanslagen in Parijs draaien de antiterreurteams ook in Nederland overuren.

Een deel van deze teams zitten nu in zogenoemde Rapid Response Teams (RRT) en zijn voortdurend onderweg en gaan af op elke melding waarbij mogelijk sprake is van extreem geweld, zoals een aanslag. De teams zijn 24 uur per dag in Nederland beschikbaar en gaan af op alle meldingen die in potentie een terroristische achtergrond kunnen hebben.

De instroom in de DSI is voldoende, zegt het hoofd van de dienst, wiens naam hier om veiligheidsredenen niet genoemd mag worden. Er is volgens hem tijd nodig om de uitbreiding die het kabinet wil, te realiseren. Zeker gezien de specifieke eisen die gelden. Daarom gaat de campagne van start.

Donderdag hebben enkele nieuwe operators hun opleiding afgerond. Uit veiligheidsoogpunt wil de DSI niet over concrete aantallen praten, maar sinds begin dit jaar is de DSI met enkele tientallen mensen versterkt. Dat komt overigens ook doordat oud-DSI’ers die inmiddels een andere baan hadden, naar de dienst zijn teruggekeerd.

Het hoofd van de DSI wil niet dat geïnteresseerde collega’s bij voorbaat denken dat ze niet geschikt zijn. „We hebben veel variatie in mensen nodig. Zo krijg je teams die over veel verschillende kwaliteiten beschikken. Daardoor heb je ook meer in huis om oplossingen te vinden.”

Dat is ook de belangrijkste reden dat hij graag vrouwen in zijn dienst wil. „Ze kunnen het, dat weet ik zeker”, benadrukt hij. „Je moet niet denken: ik kan of red het niet, dus ik solliciteer niet. Probeer het gewoon, gooi de schroom van je af. We moeten bij de politie een cultuur hebben van ambities. Ook agenten moeten niet denken: dat is niet voor ons.”