„Moeder des Vaderlands”
De overleden prinses Juliana was vooral geliefd bij de Nederlanders die haar als koningin meegemaakt hebben. Zo noemden overlevenden van de watersnoodramp in 1953 haar „de Moeder des Vaderlands.”
Warm, medelevend en bezorgd, zo herinneren zij de toenmalige koningin. Direct na de rampnacht in februari bezocht Juliana de getroffen gebieden in Zeeland en sprak er met overlevenden en vele reddingswerkers.
Wim Kuijper was indertijd 18 jaar en woonde in Nieuwerkerk: „Ik herinner mij nog goed dat koningin Juliana met een motorbootje ons gebied bezocht. Alles stond onder water en de enige verbinding met de buitenwereld was via bootjes. Ze was heel medelevend en ook vol bewondering hoe wij in die erbarmelijke omstandigheden leefden, echt een warm mens.”
Nieuwerkerk stond bij de stormvloed helemaal blank. Juliana waadde door de modderige straten en sprak met bewoners. De ouderen sprak zij bemoedigend en vol medeleven toe. Voor de jongsten werd geprobeerd hun leed te verzachten door hen een konijn te schenken. De koningin bleek de langorige konijnen meegebracht te hebben uit de hokken van Paleis Soestdijk.
Wim Schot uit Zierikzee redde samen met zijn neef in zijn reddingsbootje honderden mensen vanaf de daken in de getroffen gebieden. Hij was 25 jaar toen de dijken doorbraken. „Juliana was fantastisch, zoals zij met haar kaplaarzen door de modder en het wrakhout waadde, zo warm en vol medeleven voor de overlevenden en vol bewondering voor de reddingswerkers. Ze noemden haar de Moeder des Vaderlands, en dat was ze ook, punt uit.”
Ook de Joodse gemeenschap beschouwde de voormalige koningin als een moeder. Niet alleen had ze veel belangstelling voor het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog, ook bezocht ze na haar aftreden, in 1980, samen met haar echtgenoot in 1986 Israël.
De belangstelling van de voormalige vorstin voor de Tweede Wereldoorlog uitte zich onder meer in haar vriendschap met Simon Wiesenthal, die talrijke oorlogsmisdadigers heeft opgespoord en aan wie ze de Huisorde van Oranje toekende.
De dood van prinses Juliana grijpt Molukkers in Nederland aan. Vooral de eerste generatie Molukkers in Nederland draagt haar een warm hart toe. „Er bestaat een sterke band”, zei zaterdag een woordvoerder van de in ons land zetelende regering in ballingschap van de RMS (Vrije Republiek der Zuid-Molukken). „Zij was direct betrokken bij de komst van deze groep naar Nederland.”
Juliana was „de koningin van iedereen”, typeerden de voorzitters van de vakbewegingen FNV en CNV de overleden prinses in een verklaring. Volgens FNV-voorzitter L. de Waal en CNV-voorman D. Terpstra zorgde Juliana vooral in de naoorlogse tijd van de wederopbouw voor grote saamhorigheid in de samenleving.
MKB-Nederland beschouwt het heengaan van prinses Juliana als „een gevoelig verlies” voor zowel haar familie als voor alle burgers van Nederland. De koninklijke vereniging van middelgrote en kleine ondernemers roemt vooral de rol van de prinses in de wederopbouw van Nederland.
Rabbijn Avraham Soetendorp heeft de „buitengewoon warme en hechte band” van prinses Juliana met de joodse gemeenschap gememoreerd. De joden hebben haar aanwezigheid op cruciale momenten van vreugde en verdriet gedurende de opbouw van de joodse gemeenschap na de oorlog altijd zeer gewaardeerd, aldus Soetendorp. Hij is voorzitter van de Europese afdeling van de Wereldunie van liberale joden, die dezer dagen in Den Haag vergadert.
- +5262.9 d