Kerk & religie

„NBV niet geschikt voor bijbelstudie”

VEENENDAAL - „De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) hebben ten aanzien van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) niets gedaan. Dat is een gemiste kans. Daardoor hebben zij het recht verspeeld om achteraf kritiek te leveren.” Drs. W. Steenbergen betreurt deze opstelling, die hij vergeleek met die van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt - die wel positief op de NBV reageerden en supervisoren leverden.

Kerkredactie
22 March 2004 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:03
De Vereniging van Regionale Christelijke Gereformeerde Studiekringen (RCGS) belegde zaterdag in Veenendaal een conferentie over de Nieuwe Bijbelvertaling en de Herziene Statenvertaling. Het motto luidde: ”De Bijbel opnieuw vertaald en hertaald”.
De Vereniging van Regionale Christelijke Gereformeerde Studiekringen (RCGS) belegde zaterdag in Veenendaal een conferentie over de Nieuwe Bijbelvertaling en de Herziene Statenvertaling. Het motto luidde: ”De Bijbel opnieuw vertaald en hertaald”.

Drs. Steenbergen, christelijk gereformeerd emeritus predikant in Zwolle en -samen met prof. dr. H. G. L. Peels- op persoonlijke titel supervisor (meelezer) van de NBV, vindt dat de vertalers van de NBV zorgvuldig en weloverwogen te werk zijn gegaan met de regels van brontekstgetrouw en doeltaalgericht, zo zei hij tijdens een studiedag van de Regionale Christelijke Gereformeerde Studiekringen (RCGS) over de NBV. Alleen: die regels geven ruimte voor soms te vrije vertalingen en bezwaren die geen rekening houden met deze regels vinden geen gehoor.Het unieke van de NBV is haar interconfessionele karakter. Maar staat dat niet op gespannen voet met het uitgangspunt van de gereformeerde belijdenis? Principieel is de belijdenis altijd ondergeschikt aan de Bijbel en aan dat wat er werkelijk staat. Toch uitte de emeritus predikant kritiek op sommige vertalingen, zoals in Genesis 15:6, waar de NBV vertaalt: „Abram vertrouwde op de Heer en deze rekende hem dit toe als verdienste.” Met het woord verdienste wordt, aldus ds. Steenbergen, geen recht gedaan aan het gedrag dat van iemand in een verbondsrelatie verwacht mag worden. De vertaling „jonge vrouw” in plaats van „maagd” (Jesaja 7:14) is wel goed, omdat het daar gaat om een huwbare jonge vrouw zonder een specifiek accent op haar maagdelijkheid.

De naam ”Heere” met al dan niet twee ”e”’s schrijven is voor drs. Steenbergen geen echt probleem. ”Heere” is geen vertaling van Gods Naam, maar een titel die naar die Naam verwijst. „Het is in hoge mate een kwestie van wat men gewend is. En als wij het niet oneerbiedig vinden om in onze psalmen zingend de Naam van God uit te spreken als Heer kan het in een bijbelvertaling niet principieel oneerbiedig zijn.”

Ook het ontbreken van hoofdletters in de NBV is geen principiële kwestie, maar een cultuurbepaald verschijnsel. „Het hoofdlettergebruik van de NBV komt ongeveer overeen met de zeventiende-eeuwse drukken van de Statenvertaling, waar men zuinig was met hoofdletters.”

Wel constateerde hij een verzwakking van de zeggingskracht van bepaalde bijbelse kernwoorden. „Mensen van het welbehagen” (Lukas 2:14) wordt „alle mensen die hij liefheeft”, „zich bekeren” wordt vaak: „een nieuw leven beginnen”, en in plaats van „met ontferming bewogen worden” staat nu: „medelijden krijgen.”

Ds. B. J. van Vreeswijk, voorzitter van de stichting Herziening Statenvertaling, acht vertalen zonder de inbreng van het geloof en puur vertaaltechnisch niet mogelijk, zo stelde hij. In de Statenvertaling werkt de gereformeerde schriftvisie door die de Heilige Geest als de eigenlijke auteur van de Bijbel ziet. Dat vereist een grote ingetogenheid in het vertalen. Nadruk ligt op brontekstgetrouw en concordant vertalen. Een principiële mogelijkheid tot hertaling is al te vinden in de kanttekeningen, „die meermalen een eigentijdser of begrijpelijker alternatief bieden voor de tekst.”

Was het niet beter om te wachten op de NBV? Ds. Van Vreeswijk: „De NBV bevat veel goeds, maar het uitgangspunt verschilt te veel.” Voor velen is de NBV niet acceptabel, vandaar de keuze voor een herziening. „De Herziene Statenvertaling (HSV) is gekozen als een middenweg tussen de onmogelijkheid van een geheel eigen nieuwe vertaling en de groeiende verstaanskloof met de taal van de Statenvertaling.” Bij het werken aan de HSV stuit men wel telkens op grenzen en moeten soms nieuwe formuleringen worden gekozen.

Werkt het project polarisatie in de hand? „Niet meer dan er al is. De vele positieve reacties van leden uit de kleinere kerken -die ons project officieel afwijzen- geven goede hoop. Niets doen betekent dat er geen antwoord is op de vraag van de huidige generatie: wat hebben jullie gedaan voor de verstaanbaarheid van het Woord van God?”

Mevrouw dr. M. H. de Lang, nieuwtestamentica en vertaalster van de NBV, zei dat deze totstandgekomen is na verwerking van veel kritische opmerkingen. Er wordt veel gekeken naar de tekst als geheel en naar de aard van het genre. Taal is niet een kwestie van een-op-eenrelatie. Woorden moeten recht doen aan de betekenis ervan. Zo wordt „hart” soms vertaald met een persoonlijk voornaamwoord, „ons.” Maar in Romeinen 5:5 („Gods liefde wordt in onze harten uitgestort”) wordt hart gehandhaafd vanwege het beeld van het plastische uitgieten. De NBV werkt vanuit de context en de tekst naar de afzonderlijke woorden, aldus dr. De Lang. Volgens haar is Nederland veel meer gewend aan woordelijke vertalingen dan elders in de wereld, waar de vertaling vaak een heel andere grammaticale opbouw heeft dan de grondtekst laat zien. De NBV is ook niet geschikt voor woordstudie en dus evenmin voor bijbelstudie.

De tekst van de NBV kan „kaal en kil” overkomen, aldus dr. De Lang, omdat de kerkgangers vertrouwd zijn met een oudere vertaling. De NBV lijkt gereduceerd te zijn tot een verzameling van droge mededelingen. „Iedere vertaling heeft tijd nodig om in te slijten in onze geloofsomgang met de Bijbel.”

Ds. Van Vreeswijk lichtte enkele teksten van de HSV toe naar aanleiding van Efeze 3 en 4. Hertalen is een zaak van compromissen. „”Lankmoedigheid” is echt voorbij en wordt ”geduld”. Over ”ootmoedigheid” was er verschil van mening. Ik had liever ”nederigheid”, maar ”ootmoed” moest volgens neerlandici nog kunnen.” Psalm 131:2 wordt in de HSV: „Zoals een kind dat van de borst af is, en stil bij zijn moeder ligt, zo is de ziel in mij.”

De reacties op de HSV zijn divers, zei ds. Van Vreeswijk. De Evangelische Alliantie (EA) wil zowel de NBV als de HSV aanbevelen voor gebruik, vanuit de gedachte: als het Woord van God maar gelezen wordt. De Gereformeerde Gemeenten zeiden officieel „geen enkele behoefte” te hebben. „Maar om eerlijk te zeggen”, aldus Van Vreeswijk, „is er ook geen enkel onderzoek gedaan.” Vanuit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten in Nederland werd de HSV als „een list van de duivel” veroordeeld.

Drs. Steenbergen zei weinig te zien in het voorstel van de kerkenraad van de christelijke gereformeerde kerk van Steenwijk om het gebruik van de NBV op de agenda van de CGK-synode te zetten. „Synodes hebben tegenwoordig niet zo veel gezag meer als vroeger. Laat de keuze aan de plaatselijke kerkenraden over die bij een betreffende tekst die vertaling kiezen die het best de bedoeling van de tekst weergeeft.”

De Nieuwe Vertaling van 1951 is binnen de CGK ook aan de vrijheid van de kerken overgelaten. Een van de aanwezigen citeerde de bekende christelijke gereformeerde prof. J. J. van der Schuit: „Ik ben vóór de Statenvertaling en niet tégen de Nieuwe Vertaling.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer