„Trauma van Syrisch kind na bombardementen en geweld groot”
Wezen in Afrika, kinderen van alleenstaande moeders met een verslaving of jongens en meisjes in het door oorlog verscheurde Syrië. SOS Kinderdorpen ontfermt zich wereldwijd over onder anderen 80.000 kinderen die de zorg van hun familie missen. De Nederlandse tak bestond eind vorige maand vijftig jaar.
Margot Ende werkt dertien jaar bij SOS Kinderdorpen Nederland en is sinds 2011 directeur. Ze vertelt dat de organisatie in 1965 werd opgericht door Yvonne Meyer-Praxmarer, een Oostenrijkse die in Nederland woonde. „Zij was geïnspireerd door een ontmoeting met de oprichter van SOS Kinderdorpen Internationaal. De zorg voor kinderen die niemand hebben, sprak haar aan, evenals de slogan ”Niemand kan iedereen helpen, maar iedereen kan iemand helpen”. Aan haar keukentafel in Abcoude is Yvonne, die inmiddels is overleden, de Nederlandse organisatie gestart. Ze gaf voorlichting en presentaties op onder meer scholen om geld in te zamelen.”
Het werk van SOS Kinderdorpen is na vijftig jaar nog steeds hard nodig, zegt Ende. „Elke dag worden er wereldwijd 360.000 kinderen geboren. Een op de zes –60.0000– loopt het risico te maken te krijgen met bijvoorbeeld het verlies van de zorg van hun familie door armoede, misbruik of verwaarlozing.” De organisatie probeert de situatie van kinderen binnen hun familie te verbeteren, door „kwetsbare gezinnen te versterken.” Als dit niet mogelijk is, kunnen (wees)kinderen een plek krijgen in een van de 563 kinderdorpen in 134 landen. Daar groeien ze in gezinnen van acht tot twaalf op bij een SOS-moeder, in een huiselijke sfeer. „Als ze geen liefde en aandacht krijgen, zijn de gevolgen vaak groot. Ze raken bijvoorbeeld eerder verslaafd.”
In de dorpen wordt volgens Ende zo veel mogelijk aangesloten bij de culturele en religieuze achtergrond van de jonge bewoners. „Een kind uit een christelijke familie plaatsen we in een christelijk gezin.” Op dit moment levert de vluchtelingencrisis de organisatie veel werk op. „Er zijn zo’n 60 miljoen vluchtelingen, en de helft van hen is kind. Er is veel aandacht voor de vluchtelingen in Europa, maar de meesten bevinden zich buiten Europa in de landen waar ze vandaan komen of in de regio.”
SOS Kinderdorpen is onder meer actief in Syrië. „We hadden kinderdorpen in Aleppo en Damascus. Het dorp in Aleppo hebben we in 2012 door de oorlog moeten sluiten. De kinderen die daar woonden, zijn naar Damascus gegaan. Daar zitten nu zo’n 200 kinderen. Bovendien vingen we afgelopen jaar circa 200 alleenstaande vluchtelingenkinderen op. We zorgen voor voedsel en medicijnen en gaan op zoek naar familieleden. Ook bieden we psychosociale zorg. De trauma’s van kinderen die bombardementen en geweld hebben meegemaakt, zijn groot. Ook langs de vluchtroutes zijn we actief. Recent was ik in Macedonië. De medewerkers daar draaien dubbel zo veel uren als normaal. Ze bieden bijvoorbeeld in Tabanovce een plek waar moeders hun baby de borst kunnen geven en kinderen even kunnen spelen.”