Binnenland

Steeds meer huwelijken eindigen in echtscheiding

DEN HAAG. Steeds meer huwelijken eindigen in een echtscheiding. Dat blijkt uit het vrijdag gepresenteerde rapport ”De sociale staat van Nederland 2015” van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Redactie binnenland
11 December 2015 07:26Gewijzigd op 15 November 2020 23:58
Kinderen lijden vaak onder een echtscheiding. beeld ANP
Kinderen lijden vaak onder een echtscheiding. beeld ANP

In 2013 eindigde 38 procent van de huwelijken in een echtscheiding. In 2003 ging het nog om 32 procent. Er is minder animo om te trouwen. In 2013 huwde 3,8 op de 1000 inwoners, in 2003 betrof het 5,0 op de 1000 inwoners.

Het aantal alleenstaanden stijgt veel sterker dan het aantal meerpersoonshuishoudens. Van de ruim 7,6 miljoen huishoudens is 37 procent een eenpersoonshuishouden, 29 procent een meerpersoonshuishouden zonder kinderen, 34 procent een huishouden met kind(eren) en 7 procent een eenoudergezin. De vergrijzing zet door. Het aandeel 65-plussers was in 2002 nog 13,6 procent, nu is dat bijna 18 procent.

Opvallend is de „relatief grote zorg” in Nederland over de toekomst. De verwachting is dat de volgende generatie het moeilijker krijgt.

Het planbureau constateert „geen verdere achteruitgang” in de kwaliteit van leven voor de meeste Nederlanders. Twee jaar geleden, in een soortgelijk rapport, stelde het SCP die achteruitgang wel vast. Dat had alles te maken met de economische crisis. Gemiddeld geven Nederlanders hun leven nu het rapportcijfer 7,8. De koopkracht van veel groepen is „nog niet geheel” terug op het niveau van voor de economische crisis.

Er zijn burgers die tussen wal en schip dreigen te raken. Eenvijfde van de bevolking is „kwetsbare burger”. Mensen zijn kwetsbaar als ze deel uitmaken van een huishouden met weinig inkomen, laag opgeleid zijn, geen werk hebben of in slechte gezondheid verkeren. Niet zelden gaat het om eenoudergezinnen, migranten en bewoners van achterstandswijken. Eind 2014 deden zo’n 94.000 mensen een beroep op een voedselbank.

De gezondheid van de meeste Nederlanders is „goed.” De levensverwachting bij de geboorte stijgt nog steeds en is nu 83,3 jaar voor vrouwen en 79,9 jaar voor mannen. In de periode 2003–2013 is de levensverwachting voor vrouwen met 2,1 jaar gestegen en voor mannen met 3,2 jaar.

Burgers zien een gebrek aan normen en waarden minder vaak dan in 2008 als het grootste maatschappelijke probleem. Het publiek plaatst nu gezondheidszorg bovenaan de politieke agenda.

Het opleidingsniveau in Nederland stijgt. Meisjes doen het op school beter dan jongens. Dat is biologisch te verklaren, denkt dr. Rob Bijl, adjunct-directeur van het SCP. „Pubermeisjes zijn serieuzer dan puberjongens. Jongens zoeken meer naar spannende ervaringen, meisjes zijn meer met school bezig.”

De zogenaamde middengroep in Nederland is lastig te typeren, concludeert het SCP. „Soms is de middengroep minder goed af dan andere groepen, soms niet. De leefsituatie van mensen met een opleiding op mbo-2/3-niveau is minder goed en bovendien verslechterd tussen 2008 en 2014 in vergelijking met die van mensen op mbo-4- of havo-niveau.”

Er is „geen zuivere discussie” te voeren als het begrip ‘middengroep’ wordt gebruik, vindt het SCP. „De in het debat vaak gehoorde ferme uitspraken over de klappen die deze groep aldoor zou krijgen, behoeven nuancering.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer