Gemeente moet thuiszorg vernieuwen
DEN HAAG. Gemeenten en brancheorganisaties van zorgaanbieders moeten samen nagaan hoe huishoudelijke hulpen in de toekomst het beste kunnen worden ingezet.

Die afspraak maakte staatssecretaris Van Rijn (VWS) vrijdag met de vakbonden en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Naast het schoonhouden van woningen zouden thuishulpen ook preventieve en signalerende taken kunnen krijgen, zoals het bestrijden van eenzaamheid en het voorkomen van schuldenproblematiek. Gemeenten moeten daarvoor volgens Van Rijn „nieuwe integrale functies” ontwikkelen, op het snijvlak van huishoudelijke hulp, begeleiding en persoonlijke verzorging. Thuisondersteuner zou de nieuwe benaming voor dergelijke beroepskrachten kunnen zijn.
Van Rijn wijst erop dat gemeenten er vanaf volgend jaar al 200 miljoen euro bij zouden krijgen om dergelijke vernieuwingen in de zorg aan huis in gang te zetten. Vanaf volgend jaar komt daar nog zo’n 40 miljoen euro bij. Dit extraatje loopt op tot ongeveer 100 miljoen euro vanaf 2017 en daarna.
Daarnaast is er nog een bedrag van 200 miljoen euro beschikbaar. Het gaat om geld dat het kabinet had gereserveerd voor een toeslagenregeling voor cliënten die hun vaste huishoudhulp wilden houden, maar daar zelf te weinig geld voor hadden. Deze middelen mogen echter breder worden ingezet.
Nieuwe wettelijke regels moeten voortaan voorkomen dat gemeenten de thuishulp nog langer aanbesteden tegen bodemtarieven. Waar desondanks banen verdwijnen, krijgen medewerkers straks extra begeleiding in de zoektocht naar nieuw werk. Vanaf 2017 mogen gemeenten in de thuiszorg geen zzp’ers meer inzetten, behalve wanneer burgers met een persoonsgebonden budget daar zelf voor kiezen.
FNV-voorman Heerts toonde zich vrijdag vooral verguld met de verscherpte aanbestedingsregels. De bewindvoerders van TSN Thuiszorg, dat failliet dreigt te gaan, reageerden terughoudend. „Het akkoord lijkt vooral over de lange termijn te gaan. De werknemers en cliënten van TSN hebben echter acuut een oplossing nodig”, lieten zij vrijdag weten.