Conclusies van commissie over ROC Leiden
DEN HAAG (ANP). Onverantwoord en verwijtbaar. Dat was het beleid van ROC Leiden tussen 2001 en 2011, concludeert een speciale commissie na onderzoek. Een overzicht van de belangrijkste bevindingen over beslissingen die een grote instelling aan de rand van de afgrond brachten.
- De gebouwen van het ROC Leiden waren rond 2000 sterk verouderd. Daarom besloot de instelling tot nieuwbouw. Die keuze was „passend”, aldus de commissie, maar het project werd steeds groter en complexer. Eerst werd alleen bij station Leiden Lammenschans gebouwd, daarna ook bij station Leiden Centraal. De kosten liepen op van 40 miljoen naar 220 miljoen euro. De oppervlakte groeide van 32.000 vierkante meter naar 100.000 vierkante meter.
Het college van bestuur heeft bij de bouw „onverantwoorde risico’s” genomen, belangrijke signalen genegeerd en besluiten niet goed voorbereid en gecontroleerd. Goed onderwijs was ondergeschikt aan nieuwbouw. Daarom betwijfelt de commissie of het bestuur wel „behoorlijk” heeft bestuurd. Er is genoeg aanleiding voor een onderzoek naar verwijtbaar handelen.
In 2011 kreeg het ROC Leiden een nieuwe bestuursvoorzitter. Die heeft geprobeerd de instelling te redden, maar de problemen waren te groot geworden.
De raad van toezicht hield geen toezicht. Dat gebeurde sinds 2006 wel, maar toen was het eigenlijk al te laat.
Ook de gemeente Leiden kreeg kritiek. Die heeft de verouderde gebouwen van het ROC gekocht. Daarbij kreeg de instelling te maken met allerlei eisen en risico’s. De gemeente „had zich wellicht iets terughoudender kunnen opstellen”.
De Onderwijsinspectie hield niet genoeg financieel toezicht op het ROC. De commissie noemt het „onbegrijpelijk” dat de inspectie pas tien jaar na de belangrijkste beslissingen zich met het ROC ging bemoeien.
Het ministerie van Onderwijs heeft geen heldere aanpak voor scholen in financiële problemen. ROC Leiden vroeg begin 2012 om hulp, maar die kwam pas in 2015. Dat heeft „onnodig lang” geduurd.