40 jaar geleden kwamen de Molukkers in actie
De treinkaping bij Wijster –woensdag veertig jaar geleden– was de eerste in de Nederlandse geschiedenis, waarschijnlijk zelfs de eerste ter wereld. Gijzelingsacties richtten zich in die tijd vaak op vliegtuigen; in 1973 werden er wereldwijd maar liefst 22 gekaapt. Zo namen 3 Arabische terroristen een KLM-vliegtuig met bijna 250 passagiers in bezit en eisten ze dat Nederland zijn pro-Israëlische politiek zou beëindigen.
Ook de Molukkers zetten zich in voor politieke idealen. Na de Indonesische onafhankelijkheid hadden ze in 1950 een vrije Republiek der Zuid-Molukken (Republik Maluku Selatan, RMS) uitgeroepen, maar Indonesië had dat al snel de kop ingedrukt. Veel Molukkers waren naar Nederland geëvacueerd, in de hoop dat dit tijdelijk zou zijn. Decennia later waren ze nog geen stap dichter bij hun vrije staat, en ze vonden dat Nederland zich daarvoor onvoldoende inzette. Daarom kwamen ze in actie.
1966 – Nadat RMS-president dr. C. R. S. Soumokil op 12 april 1966 in Indonesië was geëxecuteerd, kwam zijn jonge weduwe met hun zoontje naar Nederland. In de nacht na haar aankomst op 26 juli probeerden Molukse jongeren brand te stichten in de Indonesische ambassade in Den Haag.
1970 – Zuid-Molukse jongeren bezetten op 31 augustus de woning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar. Politieman Hans Moolenaar kwam om het leven.
1975 – In het voorjaar mislukte een poging om koningin Juliana te gijzelen. Bij Wijster had de eerste treinkaping plaats, van 2 tot 14 december. De zeven gijzelnemers eisten publicatie van hun ideeën, vrijlating van Molukse gevangenen en vrije aftocht per bus en vliegtuig. Van 4 tot 19 december werd ook het Indonesische consulaat in Amsterdam bezet. Bij de twee gijzelingen vielen in totaal vier doden. Voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) kwamen de acties als een grote verrassing.
1977 – Weer een treinkaping, en weer in Drenthe. Bij De Punt zetten negen Molukkers op 23 mei een intercity stil. Vrijwel tegelijkertijd bezetten vier anderen de openbare lagere school in Bovensmilde. Vrijlating van de kapers van Wijster was een van hun eisen.
In de trein werden ruim 50 mensen gegijzeld; in de school bevonden zich 105 kinderen en 5 leerkrachten. De gijzelnemers dwongen de kinderen, uit een raam hangend, de naam van de minister van Justitie te scanderen: „Van Agt, wij willen leven!” Nadat steeds meer kinderen ziek werden, werden alle leerlingen en een onderwijzer vrijgelaten. De vier kapers bleven met vier leerkrachten achter. Later bleek dat de autoriteiten iets in het eten hadden gedaan waardoor de kinderen maag- en darmstoornissen hadden opgelopen.
In de vroege zaterdagmorgen van de 11e juni werd een verrassingsaanval ingezet. Straaljagers joegen over de trein, die tegelijkertijd fel beschoten werd. Scherpschutters probeerden op die wijze kapers en passagiers van elkaar gescheiden te houden. Mariniers bestormden de trein. Zes kapers en twee passagiers kwamen om. Op hetzelfde moment zetten pantserwagens de aanval op de school in. Daarbij vielen geen slachtoffers. De gijzelnemers werden veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van zes tot negen jaar.
Het was de laatste keer dat de zogenaamde Dutch approach –tijdrekken en platpraten– werd toegepast. De volgende actie, in 1978, werd zo snel mogelijk beëindigd.
Later ontstond meermalen discussie of er bij de beëindiging van de acties in 1977 onnodig veel geweld is gebruikt. In november 2014 eisten nabestaanden van omgekomen kapers schadevergoeding. De regering stelde na archiefonderzoek echter dat de mariniers tijdens de bevrijdingsactie hun boekje niet te buiten zijn gegaan.
1978 – Drie Molukse jongeren bezetten op 13 maart het provinciehuis in Assen. Al direct bij het begin van de actie werd planoloog Ko de Groot –die tegenstribbelde toen hij met zware bureaus een deur moest barricaderen– geëxecuteerd. De volgende dag bestormden mariniers het provinciehuis en bevrijdden de gijzelaars. De Drentse gedeputeerde J. Trip (59) werd daarbij door een Molukker in de buik geschoten en overleed later. De daders kregen vijftien jaar cel.
2000 – Vanwege een melding dat een Molukse groepering een actie had gepland, waren er extra veiligheidsmaatregelen tijdens de dodenherdenking op de Dam van 4 mei. Zo lagen er scherpschutters op de gebouwen rond het plein.
Tijdgeest
De huidige Molukse president in ballingschap, mr. J. G. Wattilete, zei bij zijn aantreden in 2009 in deze krant: „Ik legitimeer niet wat er in de jaren zeventig gebeurd is, maar de acties pasten wel in de geest van die tijd. Hier en daar is het uit de hand gelopen, maar dat gebeurt bij voetbalsupporters elke week. Als RMS-regering willen we volledig legaal en geweldloos werken in ons streven naar onafhankelijkheid en vrijheid voor ons volk. Geweld leidt niet tot een oplossing, maar het is ook niet altijd te voorkomen.”
Dit is het tweede deel in een serie over de treinkaping bij Wijster in 1975.
Manusama
Ir. J. A. (Johan) Manusama (1910-1995) was in de jaren 1966-1993 president in ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS). Tijdens de treinkapingen en andere acties van Molukse jongeren bemiddelde hij, vaak samen met Josina Soumokil-Taniwel, de weduwe van zijn voorganger.
Manusama was het gezicht van de Molukse gemeenschap, maar sommigen vonden hem niet radicaal genoeg. Toen hij in 1975 de trein bij Wijster binnenstapte, richtten de kapers zelfs het geweer op hem.
De situatie greep de Molukse leider zichtbaar aan. Door de spanning werd zijn stem nog hoger en heser dan anders. Later zei hij: „Ik ben toen kilo’s afgevallen. Steeds weer die trein in, met de jongens praten, met de Nederlandse regering praten. Maar het gekke was ook in die dagen: als ik dan om twee uur, halfdrie ’s nachts in mijn bed stapte, kon ik alles van me afzetten en viel ik direct in slaap.”
Hoewel Manusama zijn volk steeds opriep om de strijd voor een eigen staat voort te zetten, wees hij de gijzelingsacties af. Die schaden de belangen van de Molukkers alleen maar, vond hij. De RMS-president had zelfs het idee dat de twee laatste acties tegen hemzelf gericht waren. „In 1975 wilden de jongens alleen de Nederlandse regering onder druk zetten, maar in 1977 heeft men tot uiting willen brengen dat men ook niet tevreden was over mijn beleid.”
Tijdens een congres werd de president bijna afgezet door Zuid-Molukkers die vonden dat hij zijn eigen jongens had laten vallen. „Dat was natuurlijk niet zo”, zei Manusama. „Ik had wel degelijk met hen te doen. Maar die actie keurde ik af. Terwijl de Molukse gemeenschap de neiging heeft om alles wat er ondernomen wordt goed te praten; blindelings solidair te zijn. Die eigenschap heb ik niet. Die jongens hebben zich opgeofferd op een verkeerde manier.”
Kort voor zijn overlijden in 1995 sprak Manusama over „raddraaiers” toen de 45e herdenking van de proclamatie van de RMS uitdraaide op rellen in Den Haag.
Lees ook
Opstelten bekijkt schuld rond kaping (Reformatorisch Dagblad, 13-12-2014)
„Claim van Molukkers te gek voor woorden” (Reformatorisch Dagblad, 06-11-2014)
Verlangen naar vrijheid : Nieuwe RMS-president in ballingschap wil ideaal onder jongeren levend houden – interview met J. G. Wattilete (Reformatorisch Dagblad, 27-06-2009)
Manusama bleef RMS-ideaal trouw (Reformatorisch Dagblad, 29-12-1995)
Met verblinding geslagen (Reformatorisch Dagblad, 14-03-1978)
Nieuwe actie Molukkers! : Asser Provinciehuis bezet (Reformatorisch Dagblad, 13-03-1978)
Fel vuurgevecht in trein (Reformatorisch Dagblad, 13-06-1977)
Bezetters trein en school eisen vrijlating gevangenen : Schoten klinken, kinderen huilen… (Reformatorisch Dagblad, 24-05-1977)
Z.-Molukkers gijzelen trein en school met 120 kinderen : Dramatische ontwikkelingen aan vooravond verkiezingen (Reformatorisch Dagblad, 23-05-1977)
Bezetters consulaat laten 5 kinderen vrij : Man sprong vanaf tweede verdieping (Reformatorisch Dagblad, 05-12-1975)
Indonesisch consulaat in Amsterdam bezet : Weer overval door Zuidmolukkers (Reformatorisch Dagblad, 04-12-1975)
Overval op trein bij Beilen : Gewapende Zuidmolukkers gijzelen passagiers; enkele gewonden (Reformatorisch Dagblad, 02-12-1975)