Napoleon arriveerde toen iedereen lag te slapen
DORDRECHT. Het kostte een jaar of vier voordat het boek over Dordrecht in de Franse tijd af was. Maar de vijftien schrijvers zijn dik tevreden over het resultaat. „Het heeft veel opgeleverd”, zegt historicus Kees Weltevrede (65), die als schrijver en redacteur het proces coördineerde.
De plannen om een boek over de Franse tijd te schrijven ontstonden een jaar of vier geleden. „Toen werd er op initiatief van Hans Berrevoets, voorzitter van het Platform Stedelijke Herdenking, een kalender voor Dordrecht opgesteld met zaken die de inwoners zouden kunnen herdenken”, zegt Weltevrede.
Op de kalender staan alle gedenkwaardige momenten uit de geschiedenis van de stad: zowel hoogtepunten als zwarte bladzijden van Dordrecht.
Een van die zwarte bladzijden is het feit dat 269 Dordtenaren in 1812 met de Grande Armée van Napoleon mee moesten naar Rusland. Weltevrede kwam op het idee om aandacht te besteden aan die episode. Een oproep leverde tien, vijftien liefhebbers op die de archieven gingen onderzoeken.
Paarden
De speurtocht van de amateur-historici liep een beetje uit de hand. „We ontdekten steeds meer, gingen van het ene onderwerp naar het andere.”
Uiteindelijk leverde de tocht van de Dordtenaren, van wie er slechts acht levend terugkeerden, maar één hoofdstuk voor het boek op. „Maar die expeditie zorgde tegelijkertijd wel voor de opvallendste ontdekkingen van ons onderzoek. Dat komt ook doordat dierenarts Jan Hopmans deel uitmaakte van ons team. Die heeft ons gewezen op de belangrijke rol van de 175.000 paarden in de dramatisch verlopen veldtocht.”
De dierenarts kwam tot de ontdekking dat Napoleons gebrekkige kennis van paarden een van de redenen moet zijn geweest waarom de Grande Armée gedoemd was te mislukken. „Een paard is een groot dier met een kleine maag. Voeding is daarom een belangrijke factor. Het leger was in juni en juli al op pad. De velden stonden vol haver, maar dat was nog niet rijp. Toch moesten al die paarden te eten hebben. De soldaten trokken daarom stro van de daken van de huizen, maar dat had te weinig voedingswaarde. Uiteindelijk keerden maar 1000 van de 175.000 paarden levend terug.”
Visite
Het boek kreeg de lijvige titel ”Dordtenaren onder Napoleon. Aspecten van het dagelijks leven tijdens de inlijving en de bevochten vrijheid 1810-1815”. Op de voorkant staat een munt afgebeeld met de Franse inscriptie ”Mairie de Dordrecht/Bouches de la Meuse” – ”Stadhuis van Dordrecht/Mondingen van de Maas”.
Aanvankelijk wilden de onderzoekers het boek in 2012 presenteren, 200 jaar na de veldtocht naar Moskou. Maar met de verbreding van het onderzoek, verdween die datum uit beeld. Weltevrede: „Uiteindelijk zijn we met ons onderzoek doorgegaan tot juni 1815. Als Napoleon ten onder gaat in Waterloo is de Franse tijd ook voor Dordrecht definitief voorbij.”
In het bijna 300 pagina’s tellende boek komen allerlei anekdotes van Dordrecht tijdens de Franse bezetting voorbij. Zo wordt op smakelijke wijze de bijzonder korte visite van Napoleon aan Dordrecht beschreven op 5 oktober 1811.
„Het was maar een morgentje”, grinnikt Weltevrede. Bonaparte was vooral geïnteresseerd in de gebieden die hij had ingelijfd en hoe hij deze streek kon gebruiken voor zijn strijd tegen aartsvijand Engeland. Het gemeentebestuur had echter kosten noch moeite gespaard om Napoleon door een gastvrije ontvangst gunstig te stemmen. „Ze hadden zich in de schulden gestoken om het stadhuis te versieren.”
Maar de keizer kwam niet eens in de buurt van het opgetuigde stadhuis. Hij arriveerde toen iedereen nog lag te slapen. Vervolgens bleef hij met zijn schip ter hoogte van de Groothoofdspoort dobberen. Daar dronken de bezetters uiteindelijk een glas wijn met de Dordtse notabelen.
Bedeling
Volgens Weltevrede maakte Dordrecht in de Franse tijd bepaald geen glorietijd door. „De handel met Engeland was verboden. Veel bedrijven lagen plat.”
De gevolgen waren groot. „We hebben de notulen van de diaconieën van de kerken onderzocht. Daarin lees je verschrikkelijke dingen. Van de 20.000 inwoners leefde een vijfde deel van de bedeling. Als de mensen netjes leefden en van de drank af konden blijven, kregen ze voedsel, kleding en turf van de kerk. De Franse tijd duurde niet lang, maar het waren voor Dordrecht ingrijpende jaren. De inwoners hebben geleden, de stad is achteruitgegaan.”
Weltevrede stelt vast dat er met de publicatie van het boek veel verhalen aan de vergetelheid zijn ontrukt. Het smaakt voor hem naar meer. „We denken al na over een nieuw boek, bijvoorbeeld over Willem V en de patriotten.”