„Libanonganger wachtte lang op waardering”
HAVELTE. De Johannes Postkazerne in Havelte was zaterdag voor de eerste keer het toneel van de uitreiking van het draaginsigne Nobelprijs voor VN-militairen.
Op de appelplaats van de kazerne stonden ze aangetreden: 160 Nederlandse veteranen met verweerde blauwe baretten op het hoofd.
Ooit probeerden ze met een gloednieuwe blauwe baret van de Verenigde Naties op in Zuid-Libanon de vrede te bewaren. „Met één hand op de rug gebonden moest u de machteloosheid en soms ook zinloosheid van de missie ervaren”, constateerde de inspecteur-generaal der krijgsmacht, luitenant-generaal Bart Hoitink.
„Het beeld in Nederland was dat u vakantie hield in een warm land. De waardering dat u iets bijzonders had gedaan, kreeg u niet.”
De Nederlandse deelname aan Unifil duurde van 1979 tot 1985 met in totaal bijna 9000 Libanongangers. Het merendeel van hen was dienstplichtig. Voor het eerst leverde Nederland op grote schaal een bijdrage aan een vredebewarende operatie van de VN. Negen Nederlandse militairen lieten daarbij het leven; hun namen staan op een monument op de Johannes Postkazerne.
Al in 1988 werd aan de dertien VN-vredesmachten die in de periode van 1948 tot 1988 een vredesoperatie uitvoerden, de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Pas begin dit jaar besloot minister Hennis van Defensie het draaginsigne Nobelprijs VN-militairen in te stellen.
Veel te laat, erkent directeur Frank Marcus van het Veteraneninstituut desgevraagd. „Deze Libanongangers hebben lang moeten wachten op waardering voor hun inzet.”
Dat veteranen zelf het speldje moeten aanvragen, vindt Marcus jammer. „Wij kennen alle namen, dus kunnen iedereen zo traceren. Defensie wil er echter niet te veel aan doen. Stuur de insignes maar op, was het devies. Maar samen met de Nederlands Unifil Vereniging en het 44e Pantserinfanteriebataljon Johan Willem Friso organiseren wij gezamenlijk een aantal uitreikingen. Dit is de eerste.”
Leiderschap
Een van de weinige Unifilmilitairen van destijds die nu nog bij de krijgsmacht werken is Hans van der Louw (57). Hij is opgeklommen tot chef van het Militaire Huis en bekleedt de rang van generaal-majoor.
Van der Louw kreeg zaterdag als eerste het draaginsigne –met daarop een afbeelding van Alfred Nobel– uitgereikt en mocht het daarna bij de mannen van zijn eenheid opspelden.
Hij zat als jonge luitenant van 23 jaar in Libanon en stuurde een groep militairen aan. „Daar heb ik geleerd wat leiderschap betekent. Niet uit boeken of tijdens cursussen, maar gewoon met mijn mannen in het veld. Die iets van jou verwachten als de nacht valt en de kogels soms letterlijk om je oren fluiten. Dat zag ik toen niet, maar realiseerde ik me later in Afghanistan. Daar zag ik jonge luitenanten diezelfde dingen doen.”