NGK niet toe aan homo’s in ambt (fotoserie)
ZEEWOLDE. De openstelling van de ambten in de kerk voor mensen die in een homoseksuele relatie leven, lijkt „een stap te ver” voor de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Dat bleek zaterdag tijdens de landelijke vergadering (LV) van deze kerken.
De voorzitter van de vergadering, ds. W. Smouter, trok zaterdag aan het einde van de LV deze conclusie, nadat afgevaardigden argumenten voor en tegen op een rij hadden gezet. Op 16 januari komt het rapport van de commissie ambt en homoseksualiteit opnieuw aan de orde in een vervolgzitting. Dan moet ook blijken welke besluiten de LV wil nemen.
De Nederlands gereformeerden zijn verdeeld over de vraag of het leven in een homoseksuele relatie is te verenigen met het bekleden van een kerkelijk ambt. Een meerderheid van de commissie die het rapport opstelde ziet ruimte voor homo’s in de ambten, terwijl een minderheid daar anders over denkt. In de kerkelijke gemeenten lijkt de situatie precies andersom. Bovendien moet in diverse gemeenten de bezinning nog op gang komen.
De verdeeldheid zorgt ervoor dat er vanuit de NGK geen „helder, eenduidig en breed gedragen antwoord” komt op de door de vorige landelijke vergadering gestelde vraag of homoseksuele kerkleden kunnen dienen in de ambten. Dat concludeerde commissievoorzitter mr. A. Wattèl. Hij denkt dat dat mede komt doordat de vorige LV in de opdracht aan de commissie sterk inzoomde op principiële vragen en op de ambten. Een vraagstelling waarin daarnaast aandacht was gegeven aan pastorale ruimte voor een homorelatie in liefde en trouw, was beter geweest, stelde Wattèl.
Ds. K. Smouter (Wageningen) meende dat een eenzijdige benadering in het rapport ertoe leidt dat afgevaardigden geen afgewogen oordeel kunnen maken. Hij signaleerde dat het rapport op ethisch terrein liefde, gerechtigheid en barmhartigheid voorop stelt. Andere visies vanuit de christelijke ethiek blijven in zijn ogen onbenoemd. „Dat maakt het voor mij moeilijk om vóór te stemmen. Er zijn zoveel visies. Maar voor een tegenstem wordt weinig aangedragen. Daar ga ik dus ook niet in mee.”
De Sliedrechtse predikant G. van Dijk deed namens de regio Dordrecht het voorstel om een voortgezette landelijke vergadering te beleggen over de thematiek van het rapport. Daarin heeft iedere plaatselijke gemeente stemrecht. Eerder belegden de NGK zo’n overleg rond de openstelling van de ambten voor vrouwen, in 2004.
Ds. Van Dijk legde er de vinger bij dat de commissie enerzijds op grond van de Bijbel concludeert dat homoseksualiteit als zonde beschouwd moet worden, maar anderzijds stelt dat iemand die in een homorelatie leeft in de ambten kan dienen. Hij pleitte voor een middenweg, zoals die in zijn ogen wordt gewezen door prof. dr. Ruard Ganzevoort in zijn boek Adam en Evert. „Het gaan van zo’n tussenweg lijkt me, hoe lastig ook, heel Nederlands gereformeerd. Niet toejuichen, noch krachtig veroordelen.”
Ds. J. A. Ebbers (Steenwijk) waarschuwde dat het in zijn ogen een kleine stap is om via het toelaten tot de ambten van mensen die leven in een homoseksuele relatie, te komen tot een volledige aanvaarding van het homohuwelijk. Dat komt volgens hem door de wijze waarop de commissie omgaat met de hermeneutiek, de toepassing van Bijbelse gegevens in het heden. „Over dat het huwelijk een zaak is van man en vrouw, wordt gezegd: daar staan we voor. Maar haal een beetje homotheoloog erbij en die veegt de vloer aan met die stelling.”
Tijdens de vergadering voerde ook een vertegenwoordiger van de Gereformeerde Kerken in Zuid-Afrika (GKSA) het woord. Prof. dr. S. van der Walt, hoogleraar systematische theologie in Potchefstroom, riep namens de GKSA de Nederlands gereformeerden ertoe op om te blijven handelen in het spoor van de gereformeerde hermeneutiek. „De benadering die in het rapport blijkt ten aanzien van homoseksualiteit, lijkt er een te zijn van het kijken naar de Schrift vanuit de huidige omstandigheden en de cultuur.” Hij waarschuwde dat de zusterkerkrelatie tussen de NGK en de GKSA in gevaar komen als de LV het commissierapport overneemt.
Afgevaardigden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) die aanwezig waren bij de LV, voerden niet het woord.
Ds. M. H. T. Biewenga (Enschede) riep de vergadering op om rekening te houden met de kritiek die er vanuit de GKV is gekomen, niet alleen op het rapport, maar ook op het feit dat de NGK losjes lijkt om te gaan met de overeenstemming die GKV en NGK hebben bereikt over de omgang met de hermeneutiek.
A. P. De Boer (Nijkerk) stelde dat de kerk hoe dan ook „een veilige plek” moet zijn voor homo’s. Maar het rapport is hem te eenzijdig gericht op een „ja” op de vraag of iemand die leeft in een homorelatie, kan dienen in een kerkelijk ambt. „Moeten we niet accepteren dat Jezus gewoon zegt: dit moet je niet doen.” De Boer gaf aan behoefte te hebben aan meer onderbouwing van het minderheidsstandpunt van de commissie, dat nee zegt tegen de vraag of een homorelatie te verenigen is met een kerkelijk ambt.
De Boer acht niet alleen verdere studie nodig onder meer op de ambtsvisie, maar ziet ook graag dat de „houdbaarheid” van de hermeneutische benadering in het rapport langduriger wordt onderzocht. Bovendien vindt hij dat de NGK een pas op de plaats moeten maken nu gestreefd wordt naar hereniging met de GKV. „We kunnen het vervolg op dit rapport alleen samen doen.”
B. P. Vreugdenhil (Utrecht) wees daarnaast op de plannen van GKV, CGK en NGK om te komen tot een Gereformeerde Theologische Universiteit. Die moeten niet onder druk komen te staan doordat de NGK het rapport over ambt en homoseksualiteit doordrukt, vindt hij.
Zie ook:
Nederlands gereformeerden buigen zich over rapport ambt en homoseksualiteit (RD, 20 november 2015)
Ds. Mudde: homorelatie verdient zegen (RD, 3 augustus 2015)
„Homo in NGK mag in ambt” (RD, 12 juni 2015)
NGK nemen nog geen besluit over homo in ambt (RD, 3 januari 2014)
Kerken in gesprek over homoseksualiteit (RD, 30 november 2013)
GKV doen niet mee met studie NGK over homoseksualiteit en ambt (RD, 14 juni 2011)
NGK: Onderzoek naar homo in ambt (RD, 12 februari 2011)