Binnenland

„Mensen eten toch ook af en toe chips?”

Waarom vreten IJslandse paarden die als begrazers zijn ingezet in Nationaal Park Veluwezoom gedurende zeven jaar niet aan de bast van beukenbomen en het achtste jaar opeens wel? Geen mens die het weet. De monumentale beukenlanen aan de zuidkant van het park zien er dit voorjaar danig gehavend uit. „Mensen eten toch ook af en toe chips?”

Niek Sterk
18 March 2004 10:01Gewijzigd op 14 November 2020 01:03
RHEDEN – Beheerder De Wit van Natuurmonumenten toont een aangevreten beuk. Als de paarden hun werk afhebben, is de onderste 2 meter van de stam gestript. Leden van Natuurmonumenten in onder meer Velp en Rheden zien met lede ogen aan hoe de lanen in hun
RHEDEN – Beheerder De Wit van Natuurmonumenten toont een aangevreten beuk. Als de paarden hun werk afhebben, is de onderste 2 meter van de stam gestript. Leden van Natuurmonumenten in onder meer Velp en Rheden zien met lede ogen aan hoe de lanen in hun

Natuur beheren betekent keuzes maken. Dat geldt ook voor grote natuurgebieden als Nationaal Park Veluwezoom. Ruwweg gezien ligt het park tussen de A50 Apeldoorn-Arnhem, Velp, Rheden, Dieren en Eerbeek. In 1985 werd besloten om in dit uitgestrekte gebied van 5000 hectare de natuur zo veel mogelijk haar eigen gang te laten gaan. Geen bomen meer aanplanten, en omgewaaide bomen laten liggen. Dat laatste om woon- en foeragegelegenheid te bieden aan nieuwe soorten die zich lekker voelen op dood hout.

Bij die strategie van een nagenoeg natuurlijk landschap vormen grote grazers een onmisbaar element, zegt de Vereniging Natuurmonumenten, eigenaar van het park. Grazers houden open plekken daadwerkelijk open, want ze eten de zogenaamde ”opslag” van bomen op en bevorderen op tal van andere manieren de biodiversiteit. Op Veluwezoom lopen Schotse Hooglanders, een schaapskudde en, sinds 1996, ook IJslandse paarden.

Deze laatste soort zorgt acht jaar na de introductie voor een levensgroot dilemma. Knabbelden de vijftig paarden de afgelopen zeven jaar wel eens aan de wortel van een beukenboom, sinds afgelopen najaar hebben ze de beukenbast pas echt ontdekt en strippen ze met elkaar tientallen monumentale beuken. Ze pakken ook nog eens het liefst de bomen langs de lanen, die een grote cultuurhistorische waarde hebben.

Omwonenden die sinds jaar en dag recreëren in het park, schrikken zich telkens náár als ze in het park komen en nieuwe vraat ontdekken: tot 2 meter hoogte worden de beuken totaal van hun schors ontdaan. Het gevolg van de vraatzucht is dat de beuken binnen een jaar of vijf doodgaan en er dus grote gaten gaan vallen in de prachtige lanen.

Vanuit de gekozen beheerstrategie vormt dat geen probleem, zegt Natuurmonumenten, maar veel leden van de vereniging hebben een andere mening. Een aantal dreigt uit protest het lidmaatschap op te zeggen. De vereniging is inmiddels zover dat ze alle leden in de omtrek heeft aangeschreven en uitnodigde om over de kwestie te komen discussiëren. Op 24 en 29 maart moet dat gebeuren. Natuurmonumenten zegt graag te luisteren naar de argumenten en, in geval van zeer grote tegenstand, na te willen denken over alternatieven.

Walter de Wit, beheerder van Veluwezoom, laat op de zuidelijkst gelegen landgoederen -Beekhuizen (bij Velp) en Heuven (bij Rheden)- de ergste plekken zien. In een laan met tientallen beuken van een eeuw of nog wat ouder staat eenderde deel van de bomen er onttakeld bij. Een fraai patroon van paardentanden reikt van de bodem tot boven De Wits hoofd.

„Het is gek, want ze kiezen alleen de mooiste beuken, die met een gladde bast. De hele plaat cambium wordt verwijderd. Vooral langs de trekroutes vinden we de vraat. Soms wel acht bomen op een rij. De paarden dunnen zo het bos voor ons, maar het is een vervelend gezicht. Toch vormen de dode beuken een goede bijdrage aan de soortenrijkdom van het Nationaal Park.”

Voor Ad Woudstra, omwonende, lid van de vereniging en in het dagelijks leven docent aan hogeschool Larenstein (onder andere bosbouw) in Velp, gelden andere maatstaven. „Wie het verleden uitwist, kan niet zinvol nadenken over de toekomst” citeert hij dichter-schrijver Willem van Toorn. De teloorgang van de cultuurhistorische beukenlanen is Woudstra een doorn in het oog. „Als je de paarden hoort vreten, geeft dat een fascinerend geluid, want de boom fungeert als een soort klankkast. Het resultaat is echter ronduit verbijsterend.”

Of de meningen van voor- en tegenstanders bij elkaar te krijgen zijn, is onzeker. De Wit: „De paarden zijn voor ons natuurbeheer ideaal: ze zijn vriendelijk voor de 2 miljoen jaarlijkse bezoekers, ze zijn winterhard en ze overleven zonder verzorging, want ze lusten alles. Het lijkt erop dat ze de boomschors als een soort chips zien. Die heeft nauwelijks voedingswaarde, er zitten geen noodzakelijke mineralen in, maar bij het eten kraakt het zo lekker. Mensen eten toch ook af en toe chips?”

Als de tegenstand hoog oploopt en de leden niet zijn te overtuigen, zal de vereniging na moeten denken over alternatieven. Afgazen van de beukenrijen langs de lanen is geen optie, zegt De Wit. Een van de mogelijkheden is de paarden slechts gedurende een bepaalde periode van het jaar -waarschijnlijk de zomer- op de beukenrijkste landgoederen toe te laten. Op dat moment is er in het park volop te eten en zullen de dieren de bomen wellicht mijden. Voor de rest van het jaar zou een verplaatsbaar paardenraster ze uit de buurt van de beuken moeten houden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer