LPF als enige tegen hoofddoekjes ambtenaren
De LPF krijgt geen enkele steun van andere partijen in de Tweede Kamer om religieuze uitingen van ambtenaren, zoals hoofddoekjes, te verbieden. Dat bleek woensdag tijdens een spoeddebat dat deze partij daarover had aangevraagd. LPF–Kamerlid Eerdmans vindt dat de overheid neutraal is en dat de ambtenaren dat moeten uitstralen naar de burgers.
De andere partijen gaan daar niet in mee en wijzen op de vrije keuze van de ambtenaren. Wel vinden bijna alle partijen dat rechters, officieren van justitie en griffiers strikte neutraliteit moeten uitdragen in hun functie. Zij werken al in toga’s, maar het kabinet werkt aan een extra bepaling in de kledingvoorschriften voor de rechterlijke organisatie.
Het CDA stelde wel dat er een grijs gebied bestaat over de kleding van handhavers van het gezag, zoals politie, cipiers, stadswachten, marechaussee. Kamerlid Sterk (CDA) vindt dat religieuze uitingen niet thuis horen bij openbare gezagsdragers en wil een notitie hierover van het kabinet. D66 sloot zich hierbij aan. De VVD vindt de kledingvoorschriften helder. Eerdmans was teleurgesteld in de liberalen en wees erop dat sommige VVD’ers zich in de media zeer negatief uitlaten over de hoofddoek.
Overigens willen alle partijen best een fundamentele discussie voeren over hoofddoekjes maar dan op een later tijdstip in een breder kader. Ook het kabinet is nog steeds bezig een standpunt te bepalen over integratie, waarin deze kwestie aan de orde kan komen.
Aanleiding voor het debat waren de antwoorden op LPF–vragen over kledingregels voor overheidsdienaren, die Eerdmans niet zinden. Ook speelt nog de opdracht die het ministerie van Justitie had gegeven tot het ontwerpen van veilige hoofddoekjes voor gevangenisbewaarders. Het CDA had Kamervragen hierover gesteld maar die zijn nog niet beantwoord. Volgens Kamerlid Azough (GroenLinks) gaat het in totaal om drie cipiers die gebruik willen maken van zo’n hoofddoek.
Minister Remkes (Binnenlandse Zaken) zei dat „uiterlijke kenmerken goed functioneren niet in de weg hoeven te staan". Hoofddoekjes mogen in principe, tenzij de veiligheid, functionaliteit of de onpartijdigheid in het gedrang komt. Een voorbeeld van een uitzondering is als het goede communicatie in de weg staat. Dat is bij een gezichtssluier vaak wel het geval, maar niet altijd bij een hoofddoekje. Andere voorbeelden zijn functies in het leger, bij de politie, de douane of de rechterlijke macht, waar onpartijdigheid vooropstaat.
Het probleem bij een eventueel verbod van uitingen van religie in bepaalde functies is volgens de regering dat dan bepaald moet worden of iemand ook echt uit religieuze overwegingen een hoofddoek draagt. Daar kunnen namelijk ook sociale redenen aan ten grondslag liggen, of modieuze, aldus Remkes.